De beeldhouwer Jan Wolkers had in de zomer van 1960 een bronzen beeld, “Vrouw met kat”, aan de gemeente Groningen verkocht. Om het vanuit zijn atelier in de Amsterdamse Rivierenbuurt naar Groningen te vervoeren, had hij een VW-bus gehuurd.
Op de terugweg nam Wolkers vanaf de Afsluitdijk “de driebaansweg richting Amsterdam en daar is hij, nadat hij een bus vol toeristen had ingehaald, de wind hem opzij raakte en hij op de rem trapte, van een talud naar beneden gerold.
Het busje landde met een klap op de grond en Wolkers werd dwars door de wand achter de zitplaatsen geslagen. ‘In de armen van een wegenwachtman kwam ik bij terwijl er een hele menigte om me heen stond te praten in het frans, duits en engels. Ik dacht dat ik in het voorportaal van de hel of hemel was terechtgekomen, waar nog niet iedereen naar landsaard was gerangschikt. Maar het bleek een bus met sightseeënde toeristen die mij dus ook gezien hadden.’
Wolkers werd naar het ziekenhuis in Purmerend gebracht, waar ze zo hard op zijn hoofd drukten om te controleren of zijn nek niet gebroken was, dat die er ter plaatse bijna van knakte.”
Uit: Onno Blom, Het litteken van de dood. De biografie van Jan Wolkers, Amsterdam 2017, blz. 450-451.
westyman.com 