Nieuwe vlog: de reparaties aan mijn nieuwe bus

IMG_2278.jpg Het komt vaker voor dan je zou willen: je koopt een (niet bepaald goedkope) nieuwe bus, en er blijkt mechanisch ondanks de stapel rekeningen die er bij zit toch nog het één en ander aan te mankeren. Liefde maakt blind… maar gelukkig weet mijn T3-specialist, Bernard van der Ploeg autoservice, hoe je een bus weer in topconditie brengt. Zie deze vlog! (Nederlandse ondertitels kun je via “instellingen” in youtube inschakelen).

Westy Winter Weekend Weg: langlaufen in de Harz

DCIM/100MEDIA/DJI_0026.JPGLanglaufen? In Duitsland? Dat is toch alleen voor oude mensen? Vergeet het maar! Als je, zelfs als ervaren alpien skiër, wel eens op twee van die héle smalle latjes, die bovendien ook nog alleen aan de voorkant vastzitten, een steil bospad bent afgedaald, snap je dat het echt geen sport voor watjes is. En dan moet je eerst nog boven komen ook…

DCIM100GOPROGOPR0567.JPG

Sinds ik 15 jaar geleden een langlaufsetje kocht (ski’s, schoenen, bindingen en stokken heb je al vanaf 200 euro) ben ik elk jaar wel een weekendje de sneeuw in getrokken. En dat is met een campertje dubbel zo leuk. Want voor langlauf heb je geen piste en geen liften nodig. Je kunt overal langs het parcours de loipe instappen (of er zelf een maken…) en niets let je dus om gewoon ergens op een bosparkeerplaats te overnachten. Dat is ook het grote voordeel van je eigen langlaufspullen: je hoeft niet eerst op zoek naar een skiverhuurzaak. (Overigens is huren van langlaufspullen meestal ook helemaal niet duur: zo’n 15 euro per dag).

DCIM100GOPROGOPR0551.JPG

Na verschillende plekken uitgeprobeerd te hebben is Schierke am Brocken, in het oostelijk deel van de Harz, toch wel mijn favoriete langlaufplaats. Weliswaar kun je hier, omdat het in een nationaal park ligt, niet vrij kamperen, maar er is een goede wintercamping. En het loipennetwerk is prachtig. Over de flanken van noord-Duitslands hoogste berg, de Brocken, worden loipes gespoord met een flink hoogteverschil (3 à 400 m) met als kers op de taart een flink traject over de Kolonnenweg, de patrouilleroute over de voormalige grens tussen West- en Oostduitsland. Die liep namelijk dwars door de Harz.

IMG_1065

Minder sportief aangelegde reizigers kunnen met de smalspoor-stoomtrein (deel van een netwerk dat de hele oostelijke Harz doorkruist) naar de top van de Brocken. Daar is een restaurant, een hotel en een mooi museum over de bewogen geschiedenis van deze bergtop, gelegen in het voormalige Russische afluisterstation dat tot 1989 in bedrijf was.

IMG_1010

Ook buiten het winterseizoen is de Brocken trouwens een populair doel voor uitstapjes. En de Harz ontwikkelt zich steeds verder als vierseizoenenbestemming: er wordt veel werk gemaakt van nieuwe musea, zwembaden en andere attracties.

Als weekendbestemming moet je voor de Harz overigens wel zitvlees en doorzettingsvermogen meebrengen: de afstand vanaf de Randstad is zo’n 550 km. Maar een (mid-)weekje kan natuurlijk ook!

De wonderbaarlijke meneer Ackermann

IMG_1839.jpg

Als autogek kind in Wageningen kende ik natuurlijk de Volkswagengarage Ackermann, en ik fietste ook wel eens langs de campershowroom op het industrieterrein “De Nude”. Ik vond het dan ook erg leuk om in contact te komen met meneer Ackermann zelf, de inmiddels 99-jarige oprichter en voormalig eigenaar van de garage. Toen hij in 1983 de zaak verkocht, heeft hij zelf naar eigen inzicht een T3 Joker gebouwd. Ga je mee op een testrit door Wageningen-Hoog?

Instap-Westy te koop!

Of het nu ligt aan de #vanlife-trend of aan de economie die weer uit het slop komt: de prijzen van goede Westfalia-busjes (en ook van minder goede…) rijzen de laatste tijd de pan uit. Wat moet je dus als je iets minder te besteden hebt, maar toch op een betaalbare manier fijne reizen wilt maken? Op het moment is het antwoord denk ik investeren in een goede, originele T4-Westfalia, zoals deze:

Het is een karibik-grüne hefdakbus uit 1993 met een aantoonbare (!) kilometerstand van 233.000 km. Dat klinkt misschien veel, maar het is in ieder geval plausibel voor een netjes gebruikte camper van 24 jaar oud: net geen 10.000 km per jaar. Eigenlijk is een kilometerstand die veel lager ligt dan dit gewoon niet geloofwaardig. Wat ik ook altijd een voordeel vindt van auto’s met enige ervaring, is dat ze, zoals dat in het Duits heet, “durchrepariert” zijn. Veel van wat er aan slijtagegevoelig spul op zit, is al eens aan de beurt geweest (schokdempers, dynamo, startmotor, waterpomp, dat werk).

De bus heeft het standaard vierpersoons Westfalia-interieur met twee slaapplaatsen boven en twee beneden, en door de draaibare voorstoelen een ruime zithoek. Onder het bed achterin is bagageruimte en bevindt zich de grote verswatertank van rond de 50 liter. Hij heeft geïsoleerd glas en een standkachel, waardoor je zelfs in de winter mee kunt kamperen – weekendjes weg in voor- en naseizoen zijn al helemaal geen probleem.

De camper heeft de 78-pk vijfcilinder dieselmotor die goede prestaties biedt en oerbetrouwbaar is. En over betrouwbaarheid gesproken: de auto wordt te koop aangeboden door mijn “huis-monteur” Bernard van der Ploeg, een man voor wie de VW T3 en T4 geen geheimen hebben, en die bovendien altijd voor zijn klanten klaar staat.

Ook deze Westfalia is met zijn vraagprijs van 14.500 euro natuurlijk niet écht goedkoop, maar daar tegenover staat dat je op een mooie, roestvrije bus als deze niets meer af zult schrijven. Je enige kosten zijn dus de camper-motorrijtuigenbelasting van rond de 50 euro per maand, een (klassieker-)verzekering en een reservepotje voor regelmatig onderhoud.

Meer informatie op marktplaats of natuurlijk direct bij Bernard: 06-50998028.

Rijden met een VW T3 Westfalia Joker uit 1984

IMG_7208
Mijn nieuwe Joker, een exemplaar uit 1984 in de kleur Elfenbeinbeige (ivoor)

Hoe rijdt dat nou, zo’n bus van 32 jaar oud? In twee woorden: verbazend goed. In dit stukje, geschreven na drie dagen Jokeren, geef ik m’n eerste indrukken. Mijn bus heeft de 78-pk benzinemotor, wat ik een echte aanrader vind. M’n eerdere T3’s waren namelijk allemaal (turbo)diesels, met 50 of 70 pk. Juist met zo weinig vermogen merk je elk extra paard dat je tot je beschikking hebt… Alleen in Amerika had ik al eens met een benzine-T3 gereden. Ik herinner me alleen nog dat ik toen (overstappend uit een 1,6 diesel met 50 pk) bij de eerste keer wegrijden schrok van de felle acceleratie!

Zitten

IMG_6841
Prima werkplek in een T3

De zitpositie van de T3 vind ik heel erg goed. Door het ontbreken van een motorblok voorin konden de VW-ontwerpers een perfecte ergonomie creëren. Je zit lekker rechtop, je handen vallen als vanzelf op het stuurwiel, en je knieën hebben precies de goede hoek. Doordat je bovenop het voorwiel zit heb je ook geen last van wielkasten in de voetenruimte. Soms zou je de bestuurdersstoel iets verder naar achteren willen schuiven,  maar daar zit bij de Joker het keukenblok in de weg.

Het uitzicht rondom is door de grote ramen en de dunne raamspijlen perfect. Alleen de spiegels zijn voor verbetering vatbaar. M’n eerste T3 had grote beugelspiegels, en ook de Atlantic had grotere en bolle spiegels. Vooral rechts vind ik het zicht met de vlakke standaardspiegel te beperkt.

Prestaties

Als de motor eenmaal warm is trekt hij verbazend goed op. Deze 78 pk-versie van de 1,9-liter waterboxermotor (motortype DG) heeft een dubbele carburateur en dat voel je. Je moet het gaspedaal diep intrappen om het tweede register van de carburateur te activeren maar dan gáát hij ook.

IMG_7151
120 op z’n sloffen – 130 kan ook

Je hoeft niet veel te schakelen – buiten de stad redt hij alles in z’n 4, hoewel terugschakelen natuurlijk wel helpt als je snel wilt accelereren om in te halen of in te voegen. Goed, accelereren is misschien niet het juiste woord – een T3 accelereert niet, hij vermeerdert vaart. Maar dat dan ook gestaag. Ik heb op de snelweg zelfs even 130 km/h op de gps (140 km/h op de teller) gehad. Dat moet je natuurlijk eigenlijk niet doen met zo’n oude bus, maar ik vond het leuk om te merken dat de bus z’n officiële topsnelheid nog haalt en dat de 78 paarden nog allemaal aanwezig zijn. Op de provinciale weg is de benzine-Joker prima op z’n gemak, maar ook een snelwegetappe is geen probleem. Het geluid van de motor valt eigenlijk weg tegen het andere rij- en windgeruis. Dat herinner ik me anders van m’n diesel-Jokers. Die maakten rond de 100 (echte) kilometers al zoveel toeren en zoveel lawaai dat ik bang was in m’n achteruitkijkspiegel de zuigers door het matras te zien vliegen.

IMG_7138
De Joker en de benzinepomp: dikke vrienden.

Keerzijde van de goede prestaties is natuurlijk het verbruik. “Ieder voordeel heb z’n nadeel”, vrij naar een groot filosoof. Overigens is het nadeel van vriend Poetin, de lage olieprijs, het voordeel van de T3-benzinerijder. Want bij een verbruik van 1:8 à 1:9 scheelt elke cent per liter. Bij het bepalen van de totale kosten moet je wel de lagere wegenbelasting meerekenen. Bij een camper ligt het omslagpunt rond de 4 à 5000 kilometer per jaar. Als je daaronder blijft heb je dus alleen maar lol van je fijne benzinemotor.

Je moet ook alles zelf doen

Als je uit een moderne personenauto komt is het wel even wennen. Want er is heel veel dat je opeens zelf moet doen. Je moet bijvoorbeeld zelf:

  • kijken of het donker wordt en de lampen inschakelen
  • niet vergeten die lampen ook weer uit te zetten
  • kijken of het gaat regenen en de ruitenwissers aanzetten, en als het motregent zelf het interval regelen
  • kaartlezen, of een gps op je voorruit plakken
  • zingen, of een goede aftermarket-radio inbouwen met bluetooth, streaming enzovoort
  • zorgen dat je wielen niet blokkeren bij het remmen
  • de auto niet achteruit laten rollen bij de hellingproef
  • de kracht leveren om de voorwielen te laten sturen
  • in je spiegels kijken (ik had een Volvo die een lampje liet knipperen als er iemand naast je reed)
  • alle deuren op slot doen als je weggaat
  • de raampjes omlaag en omhoog draaien
  • de temperatuur en luchtverdeling regelen.

Goed beschouwd zijn er op deze lijst maar twee dingen die moderne auto’s echt beter maken. Nummer één: airco. ARKO (Alle Raampjes Kunnen Open) is ook leuk, maar is op een Joker met isolatieramen niet eens van toepassing omdat er achterin geen ramen open kunnen tijdens de rit. Nummer twee: ABS. De T3 had voor die tijd uitstekende remmen (lees je ook in oude autotests), maar blokkeert snel als je als ABS-rijder vol op het rempedaal gaat staan. Dat is dus echt “umdenken” en vergt in druk verkeer continu concentratie. Niet dat dat kwaad kan…

IMG_7216
De Bulli-Werkstatt in Marzahn, het uiterste oosten van Berlijn. Geen glazen VW-paleis maar wel voldoende slooponderdelen bij de hand!

Zoals je merkt ben ik erg te spreken over m’n nieuwe aanwinst. Ik zei altijd dat de Joker vanwege de enorme binnenruimte de perfecte compacte camper was voor als je stilstond, maar zo’n benzineversie rijdt daarnaast ook nog heel erg goed. Vandaag heb ik ‘m naar een gespecialiseerde T3-garage gebracht voor een grote beurt. Als het goed is komt-ie nóg beter terug!

 

 

Met m’n nieuwe Joker aan de Bulli-Bummel

IMG_1067
Deze badboy-spijltjesbussen trokken veel bekijks in Hannover

Voor niet-ingewijden: een Joker is een Westfalia-kampeerbus uit de jaren tachtig, op basis van de Volkswagen T3. Het laatste model met de motor achterin, zoals de kever dus, maar dan wel met een modern gelijnde, vierkante carrosserie. En zo’n bus heb ik net gekocht. Ik moest hem ophalen in Groningen en natuurlijk net niet helemaal toevallig voerde m’n thuisreis naar Berlijn op zondag langs Hannover, waar die dag de Bulli Bummel werd gehouden. (Alweer voor niet-ingewijden: “Bulli” is de Duitse koosnaam voor VW-busjes, zoiets als “kever” of “eend”, en een Bummel is een wandeling of kroegentocht).

IMG_7138
Mijn nieuwe Joker aan de benzinepomp. Er zullen er nog vele volgen!
IMG_1050
De T1-spijljesbus.

Die Bulli Bummel was een feest ter ere van het 60-jarig bestaan van de busjesfabriek in Hannover. De oer-VW-bus, de T1, werd al in 1950 op het hoofdkwartier van VW in Wolfsburg in productie genomen tussen de kevers. Maar al gauw barstte die locatie uit z’n voegen. Er werd een aanbesteding gedaan waarop 200 Duitse steden reageerden, maar Hannover werd uitverkoren en sinds 1956 rollen daar dagelijks rond de duizend busjes van de lopende band.

 

IMG_1016

Onderweg naar Hannover deed ik wat je in Duitsland met een camper moet doen: overnachten op een Stellplatz. Dat zijn parkeerterreinen speciaal voor campers. Soms met voorzieningen zoals stroom en water, soms mooi gelegen, soms ook niet. Ik had er via de promobil-app eentje uitgekozen aan de rivier de Weser, in het stadje Nienburg. Net op de dag van de jaarlijkse kermis – het feestgedruis en de disco hielden precies om 02.30 ’s nachts op, kan ik je vertellen!

IMG_1011

Dan komt bij het opstaan een straffe espresso wel van pas natuurlijk.

IMG_1019

In Hannover zag je ’s ochtends colonnes met Duitse VW-clubs de binnenstad doorkruisen.

IMG_1048

Voor de echte nerds: het uiterlijke verschil tussen de T2a en de T2b is… de plek van het knipperlicht!

IMG_1020

Overal blije mensen op de parkeerplaatsen.

IMG_1044

De dames van de organisatie hielden alles op uitgeprinte (het blijft Duitsland) excellijsten nauwkeurig bij. IMG_1045 (1)

De mooiste bulli’s kregen een plaatsje voor het stadhuis van Hannover.

IMG_1066

Ondertussen is er tot juni 2016 in het stedelijk museum van Hannover (ook in het centrum) een aardige tentoonstelling over het zestigjarig bestaan van de fabriek.

IMG_1080

Hier een ruwe carrosserie van een T5,

IMG_1081

en dit vond ik een aardig voorbeeld van de toenemende complexiteit van de VW-bus van T1 tot T5 aan de hand van de gebruikte koplampen.

IMG_1105

Aan de oever van de Leine was het ondertussen ook goed toeven rond het thema ‘personenvervoer’. Wie spot de vreemde eend in de bijt? Hint: het is wel een Westy 🙂

IMG_1133

Het is ongelooflijk hoe ver sommige deelnemers aan dit soort shows gaan om het “plaatje”  compleet te maken. Campingstoeltjes in de originele VW T2-Westfaliaruit!

IMG_1139

Het keukentje van dezelfde T2 Helsinki. Met speciaal uitklapbaar Coleman-oventje voor op het gasstel.

IMG_1145

Twee ventilatie-oplossingen die ik graag ook op nieuwe VW-kampeerbussen terug zou zien! De uitzetbare achterruit zat in een T1, de beroemde uitstelraampjes (met muggengaas van binnen!) zaten op de meeste T2 IMG_1165Westfalia’s. Wie weet waarom ze niet op de T3 (en later) gebruikt werden?

 

 

 

 

 

Wat me ook opviel is dat veel niet is wat het lijkt. Zo is deze “ADAC”-bus z’n leven begonnen als brandweerbus en pas later omgebouwd naar de wegenwachtkleuren.

Deze is dan wel weer leuk. Let in het begin goed op de pootjes!

IMG_1120

Meneer Voges kwam nog even langs in m’n busje om te vertellen over zijn 42 jaar in de VW-fabriek in Hannover, uiteindelijk als productieleider. De grootste uitdaging: “Toen Ferdinand Piëch rond 1991 het roer van Volkswagen overnam. Dat was zo’n perfectionist, toen moest de kwaliteit in de transporterfabriek opeens naar personenautoniveau. Dat was hard werken.”

Op weg naar huis ben ik een hele tijd achter deze lekker opschietende Flixbus blijven hangen – dat schijnt benzine te besparen…

Het gekke is dat ik me na deze overdosis aan VW-busjes realiseerde dat ik niet echt een autoshowmens ben. Als ik zou moeten kiezen tussen een weekend op een mooie camping in het bos of nog een keer naar zo’n evenement, dan wordt het de volgende keer toch het bos. Maar leuk was het wel, daar in Hannover, voor deze ene keer!

Voorpret op #projectjoker: de goodies

Een klassieker is altijd een goed excuus om nóg meer geld aan accessoires uit te geven, en wat je van er haalt is lekker. Voor m’n nieuwe Joker heb ik dus als voorbereiding op onze eerste reisje dit voorjaar (naar het Oostzee-eiland Rügen) alvast bij Gowesty in Californië een Van-O-Bag besteld, een bagagezak voor op het imperiaal boven de cabine van de T3 Westfalia Joker. Ook om nou eens uit te zoeken hoeveel accessoires van dat bedrijf nou eigenlijk kosten als ze eenmaal in Europa aanlanden.

  
Zo ziet een per US Postal Service van de VS naar Berlijn (waar ik nu woon) verstuurd pakket eruit. De producten die ik had besteld kostten $104,50. Daarbij kwam rond de $50 dollar verzendkosten. En daarover (product + verzendkosten) worden dan weer douanerechten én BTW geheven. Ik moest aan het postkantoor nog €27,24 betalen. Uiteindelijk heeft het grapje me dus ongeveer €170 gekost. De enige troost is dat het enige concurrerende Europese product, de Ortlieb Big Bag,  ongeveer hetzelfde kost. En die is niet specifiek voor het bagagerek van de Joker gemaakt en past dus minder goed.

 Het kost wat, maar dan heb je ook wat. Inclusief dat coole logo dat net over de rand van je bagagerek komt piepen.
  
En van de achterkant. Hier zie je de kanozak-achtste sluiting, die je vanuit het openritsbare raam van het hefdak kan beladen. Watch this space voor praktijkervaringen als ik de bus eenmaal heb opgehaald.

Twee nieuwe Westy’s, de Volkswagen Kepler en Mercedes Jules Verne

VW Westfalia Kepler - nieuwe hefdakcamper met grote zitgroep. Foto: Westfalia
VW Westfalia Kepler – nieuwe hefdakcamper met grote zitgroep. Foto: Westfalia

Westfalia maakte deze week bekend dat het op de Caravansalon in Düsseldorf, eind augustus/begin september, twee nieuwe compacte hefdakcampers presenteert: de Jules Verne (op Mercedes Vito) en de Kepler (op Volkswagen T6). Beide bussen lijken op de foto’s op de lange wielbasis te staan.

De indeling van beide bussen lijkt erg op de Club Joker City (ook VW, met vast toilet achterin), maar met meer ruimte voor de zitgroep. Dat betekent misschien ook dat er beneden een bed voor 2 personen gemaakt kan worden. Dat zou de bussen ook voor gezinnen interessant maken.

Zitgroep van de Mercedes Westfalia Jules Verne. Foto: Westfalia
Zitgroep van de Mercedes Westfalia Jules Verne. Foto: Westfalia

Wat de naamgevers betreft is het interessant dat Westfalia van de ontdekkingsreizigers (Marco Polo, Sven Hedin, James Cook) op schrijvers en astronomen is overgeschakeld. Er was overigens al in 2011 een Mercedes Jules Verne van Westfalia, een jubileummodel vanwege de zestigste verjaardag van de eerste Westfalia-kampeerbus (maar dat was natuurlijk een VW…)

UPDATE: inmiddels is de Caravansalon geopend en is er meer nieuws over de twee nieuwe modellen. Ze worden in Frankrijk gebouwd bij Rapido, het moederbedrijf van Westfalia en het voordeel daarvan voor de klant is dat de modellen voor een redelijke prijs (nou ja, voor buscampers op Volkswagen en Mercedes-Benz dan…) geleverd kunnen worden. De vanafprijs voor de Kepler ligt in Duitsland op 49.500 euro. (Catalogus en prijslijst kun je hier downloaden).

Sanitairruimte achterin de VW Westfalia Kepler (foto: Westfalia)
Sanitairruimte achterin de VW Westfalia Kepler (foto: Westfalia)

De campers zijn voorzien van een 10-liter warmwaterboiler op gas, en een Webasto-heteluchstandkachel op diesel. Dat onderscheidt ze van de duurdere Club Jokers – die hebben een warmwaterverwarming en boiler op diesel. Er zit achterin de Kepler en de Jules Verne een vast cassettetoilet, en een douchebak. Of er ook werkelijk te douchen valt is natuurlijk maar de vraag – aan de ene kant is de ruimte erg beperkt en op de foto’s is ook geen douchegordijn te zien. Aan de andere kant zijn de watertanks (50 l vers, 36 l afval) ook niet erg ruim bemeten.

Bovendien is de gasvoorraad van de Kepler en Jules Verne één beroemde Campingaz-fles van 2,75 kg. Dat is een prima oplossing in Nuggets, California’s en dergelijke, want daarin dient die fles alleen voor het kooktoestel en gaat hij makkelijk een jaar mee. Maar als er ook een warmwaterboiler op moet werken is de pret waarschijnlijk wel eerder voorbij. De oplossing is dan natuurlijk om ergens (er schijnt veel bergruimte in de zitgroep te zijn) een tweede gasfles te verstoppen.

Zithoek van de Volkswagen Kepler. Een ruime L-vormige bank, hier voorzien van Westfalia's sfeerlichtpakket. Foto: Westfalia
Zithoek van de Volkswagen Kepler. Een ruime L-vormige bank, hier voorzien van Westfalia’s sfeerlichtpakket. Foto: Westfalia

In de catalogus staan ook de beddenmaten: voor de Kepler ongeveer 1,90 bij 1,20, zowel boven als beneden. Dat valt helemaal niet tegen!

Samengevat begin ik steeds nieuwsgieriger naar deze nieuwe Westfaliacampers te worden. Door het grote benedenbed zijn ze in ieder geval theoretisch bruikbaar voor een gezin. De prijzen zijn ongeveer vergelijkbaar met de California, maar dan heb je wel wat meer ruimte en een was- en plasgelegenheid aan boord. Eigenlijk is dit een model dat het ook heel goed met een vast hoog dak zou doen – dat zou een goede opvolger voor de aloude California Exclusive zijn.

http://www.westfalia-mobil.net/news/2015_kepler_schnapp.php