Ik noem het het Yvon Jasperssyndroom. Sinds de KRO het blonde boegbeeld van Boer Zoekt Vrouw in een korenblauwe T2 het platteland opstuurde, lijkt het wel alsof iedereen opeens gek is van VW-kampeerbusjes. Waar de VW-kampeerscene vroeger vast in handen was van bebaarde gepensioneerde leraren en volleerde keversleutelaars, lijkt het wel of elke hipster nu een busje wil.

Bezint eer ge begint. Kamperen met zo’n busje, hoe romantisch het ook lijkt, is niet voor iedereen. Kamperen in een busje is namelijk echt kamperen. Het is krap, het kan koud zijn, als het regent kun je geen kant op, de matrassen zijn smal, kort en hard, en privacy heb je al helemaal niet. Bovendien is het, als je niet de hele tijd heel goed opruimt, in no-time een bende in de bus. Net kamperen in een tent, dus eigenlijk. Als je daar niet van houdt, zul je moeite hebben met kamperen in een busje.

En dan hebben we het nog niet eens over het rijden (of niet). Oude busjes zijn onbetrouwbaar. Heel onbetrouwbaar. Kijk maar eens naar de voorwaarden van de T2-verhuurbedrijfjes die de laatste jaren als paddestoelen uit de grond schieten. De meesten hanteren de eufemistisch omschreven voorwaarde dat je niet verder dan een dag slepen van de thuisbasis mag reizen.

Maar zelfs als ze het wel doen, is rijden in een oudere bus geen pretje. Stel je voor dat je vanuit je nieuwe lease-auto over zou moeten stappen op een Golfje uit begin jaren 80. Maar dan erger, want busjes zijn nooit zo comfortabel als personenwagens. Het stuurt zwaar, remt ronduit gevaarlijk, bij zijwind ga je alle kanten op, en een topsnelheid van hooguit 110 km/h bij een benzineverbruik van 1 op 7 gaat ook vervelen.

Pas vanaf de Volkswagen T4 met TDI-motor (vanaf 1996), de Transit vanaf 2000, en de Mercedes Marco Polo, ook vanaf 1996, gaat het er qua rijcomfort een beetje op lijken. Bij die modellen zijn er ook moderne voorzieningen als airco, ABS en airbags mogelijk. Maar een uitgebreid wegenwachtabonnement blijft natuurlijk ook bij zulke auto’s – toch al weer bijna 20 jaar oud – geen overbodige luxe.

Bent u er nog, ondanks al deze negatieve taal? En heeft u de moed niet opgegeven? Dan kunt u toetreden tot het genootschap van busjeskampeerders. Welkom bij de club!