
Het wordt weer vroeger donker en steeds natter: tijd voor een terugblik op deze kampeerzomer. In het voorjaar gingen vanwege corona alle campings dicht, en kon je in veel regio’s zelfs niet meer naar privé-vakantiehuisjes (zoals dat van mijn schoonfamilie op Goeree). Gelukkig werd die regel in mei versoepeld, zodat we toch, zoals elk jaar, de logeercaravan konden brengen. Bij het rangeren op dit toch wat ruige weiland kwamen de 4wd van de syncro en de kruipversnelling goed van pas.

Op Goeree hebben we dit jaar flink gebruik gemaakt van de bus – het huisje is compact en het is dus fijn is om wat extra slaapruimte te hebben.

Omdat de reissituatie zo onzeker was, besloten we deze zomer in Nederland te blijven. We waren nog nèt op tijd met het reserveren voor een weekje op een staatsbosbeheercamping op Terschelling – niet alleen de campings liepen snel vol, maar ook de overtochten van Rederij Doeksen mochten maar het halve aantal passagiers meenemen. Omdat we in totaal bijna drie weken wegkonden, namen we een mooie, langzame route naar Terschelling, via de Achterhoek, Zwolle en Kampen, en de Weerribben in Overijssel, en op de terugweg via het Lauwersmeer naar Bourtange en daar vandaan weer naar huis in de buurt van Leiden.


In de Weerribben hadden we kajaks gereserveerd bij onze camping, ‘De Turftente’. Als je eenmaal weg bent van de stroom grote motorboten kun je er uren door de prachtige natuur peddelen.





Terschelling was fantastisch! Het eiland was groter dan ik me had voorgesteld, en we konden er op de fiets heerlijk op uit. Zeehondjes kijken was ook ontzettend leuk.

Terschelling is net Venetië; als de dagjesmensen weg zijn is het er heerlijk rustig! Het natuurkampeerterrein van Staatsbosbeheer heeft geen stroomaansluiting dus stonden we een week ‘off-grid’. De koelkast draaide op gas en dat ging prima. Ondanks de hoge middagtemperaturen (zelfs op Terschelling nog boven de 25 graden) bleef alles lekker koel. We hebben tijdens die week niet gereden dus alle verlichting en andere elektra heeft een week op één huishoudaccu gedraaid. Dat is in mijn geval een gewone 72 Ah startaccu – maar die doet het sinds dit voorjaar weer uitstekend.

Als je, zoals wij, net iets te laat boekt en dus met de veerboot van 07.15 moet vertrekken, kun je in ieder geval afscheid nemen met het rondzwaaiende signaal van de Brandaris. We komen zeker terug!

Gelukkig kon ik dit seizoen toch nog één keer met het busje de grens over: hoewel Duitsland en België als bestemming voor mensen uit onze provincie alweer afgesloten waren, kon ik samen met vriend Marcel toch nog één van onze traditionele kunstgeschiedenistripjes maken. We kwamen terecht in Echternach in Luxemburg.


Op de terugweg ontdekten we nog, min of meer per toeval, de voormalige abdij van Susteren. Dat verhaal staat op mijn andere blog.
In de herfstvakantie willen we nog één keer met het busje weg – ben benieuwd waar we dan nog heen kunnen of mogen. Hebben jullie plannen?