#JokerHacks: de Electrolux-koelkast

Electrolux RM 182, ready for takeoff!
Electrolux RM 182, ready for takeoff!
Het is tegenwoordig onder T3-Westfalia-eigenaren goed gebruik om te schelden op de van fabriekswege ingebouwde, eerbiedwaardige Electrolux absorptiekoelkast (model RM-182, om precies te zijn). “19e-eeuwse techniek”, schreef iemand op Facebook zelfs. En toegegeven, hij had gelijk, hoewel de huidige vloeistofcocktail in de buizen van onze koelkasten pas in 1922 is uitgevonden. De absorptie-ontkenners vervangen hun koelkast meestal door een compressormodel, dat inderdaad qua koelvermogen duidelijke voordelen heeft. Net als de koelkast thuis kan een compressorkoelkast, hoe warm het ook is, tot vrijwel elke gewenste temperatuur koelen – hij gaat alleen wat harder brommen. Dat kan een absorptiekoelkast allemaal niet. Hij kan niet brommen, dat is een voordeel, maar hij kan ook niet onbeperkt koelen. De RM-182 haalt in ideale omstandigheden zo’n 25 graden onder de omgevingstemperatuur – bij erg hoge buitentemperaturen blijft het bier dus lauw en het vlees niet al te lang goed.

Toch heb ik er zelf voor gekozen met de Electrolux door te gaan, om de volgende redenen:

  • ik zoek met m’n Joker toch geen tropische bestemmingen op, maar blijf in een cirkel van zo’n 500 km rond m’n woonplaats (voor verre reizen gebruik ik m’n andere bus, die airco heeft, en een compressorkoelbox…).
  • ik houd het interieur van m’n bus graag praktisch, en zo veel mogelijk origineel. Een compressorkoelbox, hoe goed passend ook, heeft vanwege de dikke compressor bij gelijke buitenmaten altijd een kleinere inhoud dan een absorber, en het Westfaliadeurtje past er niet op. De RM-182 heeft een bruto-inhoud van 42 liter.
  • zo’n koelkastvervanging is een kostbare grap. Een compressorkoelkast is zelf al niet goedkoop, en dan heb je ook nog een forse boordaccu en eigenlijk een zonnepaneel nodig.
  • de werking van zo’n oude absorber is vaak nog behoorlijk op te peppen.

Over dat laatste gaat dit stukje. Ook als je ontevreden bent over de absorbtiekoelkast in je bus, heb je waarschijnlijk wel gemerkt dat hij het in ieder geval op één van de drie energiebronnen (12V, 220V en gas), meestal op 220V, wèl goed doet. In dat geval is er met het koelcircuit niets mis, alleen met de energievoorziening. En zelfs als hij op geen enkele energiebron goed koelt is het nog de moeite waard om te proberen hem te repareren.

Zo werkt het dus! (bron: wikipedia).
Zo werkt het dus! (bron: wikipedia).
Eerst even heel kort iets over het absorberprincipe. Details staan op wikipedia, maar belangrijk is dat een absorbtiekoelkast koelt… door warmte! Achterop de koelkast zit een vloeistofhouder, de “koker”, waarin de vloeistoffenmix waar de koelkast op draait verwarmd moet worden (hoe die warme vloeistof vervolgens precies je bier koud krijgt snap ik zelf ook niet helemaal). De warmte wordt in het geval van een campingkoelkast geleverd door drie verschillende bronnen: een 12V-verwarmingselement, een 220V-verwarmingselement, en een gasbrander.

Als kampeerder weet je natuurlijk al dat de efficiëntste manier om een vloeistof (bijvoorbeeld een keteltje water) te verwarmen een gasvlam is – niemand zou dat gaan proberen met een stroomelement dat op een accu draait.

En precies zo gaat het met de absorberkoelkast. Als alles werkt zoals het hoor, koelt hij het best op gas (daarna op 220V, mits voorhanden, en dan, met afstand, op 12V). Jammer genoeg is juist de gasbrander de warmtebron die het meest storingsgevoelig is, want aan elektrische verwarmingselementen kan veel minder kapot gaan. Het loont dus om in ieder geval het gascircuit te repareren.

Achterzijde van de RM-182. Het verticale vat rechtsonder is de koker.
Achterzijde van de RM-182. Het verticale vat rechtsonder is de koker.
Bij mijn “nieuwe” Joker was het bijvoorbeeld zo dat de gasvlam wel aanging (de ontsteking werkte, en zelfs het verklikkerlampje in het controlepaneel brandde), maar de koelkast koelde niet of nauwelijks (en er ontstond ook nauwelijks warmte bij de ventilatieroosters en de uitlaat). Ik ging er dus vanuit dat de gasvlam niet hard genoeg brandde en wilde de brander controleren. Een ander probleem was dat de 12V-ventilator die achterop de koelkast zit extreem ratelde. Dat was irritant en die wilde ik dus vervangen door een computerventilatortje van eBay.

Daarbij komen we direct bij één van de ontwerpfouten van de Joker uit: de slechte toegankelijkheid van de achterkant van de koelkast. Vanwege de strakke look hebben de ontwerpers geen roosters in de zijwand van de auto willen plaatsen. Die hebben andere campers en caravans wel. Bij die modellen kan de koelkast veel beter z’n warmte kwijt (vandaar dat de Joker zo’n 12V-ventilator nodig heeft), en bovendien kun je door het onderste rooster los te maken gemakkelijk bij de brander komen.  Bij de Joker zal de koelkast er dus uit moeten.

Dat gaat, als je er eenmaal handig in bent, best snel:

IMG_8239
Achterkant gezien door ventilatierooster. Je kunt de glimmende uitlaatpijp aan de bovenkant lostrekken.

Eén van de vier schroeven die de koelkast op z'n plek houden.
Eén van de vier schroeven die de koelkast op z’n plek houden.

Schuif de koelkast voorzichtig naar voren.
Schuif de koelkast voorzichtig naar voren.

  1. Ruim het keukenkastje uit.
  2. Ruim ook het kastje links van het fornuis uit (bovenste en onderste deel) en verwijder de tussenplaat.
  3. Til de deur van de koelkast uit z’n hengels. Wip de bruine beschermdopjes met een platte schroevendraaier of mesje van de vier schroeven op de voorkant van het paneel dat de koelkast afdekt. Het paneel kun je verwijderen door het een beetje naar rechts te schuiven en naar voren te trekken.
  4. Verwijder het metalen ventilatierooster aan de zijkant van het keukenblok, schuin boven de koelkast.
  5. Je ziet nu de “uitlaatpijp” van de koelkast, een flexibele metalen buis die naar de uitlaatopening in de buitenwand van de bus voert. Bij mijn bus zat hij op de buitenwanddoorvoer geklemd en kon ik hem zo lostrekken. Buig hem een stukje naar beneden zodat hij straks bij het naar voren trekken van de koelkast niet blijft haken.
  6. Maak in het keukenkastje de drie elektrische verbindingen van de koelkast los: de 220V-stekker, een 12V-combinatiestekker met verschillende verbindingen, en een losse draad (met een platte schuifstekkerverbinding). Hang de stroomkabels achter de koelkast.
  7. Verzeker je ervan dat de gastoevoer gesloten is (gele gaskraan horizontaal, rode gaskranen verticaal). Draai vanuit het keukenkastje met een steeksleutel de gasleiding bij het kniestuk bovenaan de koelkast los. Draai het kniestuk zo dat het niet meer uitsteekt.
  8. Draai de vier schroeven los die de koelkast op zijn plaats houden. Ze zijn van buitenaf in de zijwand van de koelkast geschroefd. Twee zitten er, boven elkaar, in het keukenkastje, twee in het kastje links van de koelkast.
  9. Trek de koelkast voorzichtig naar voren. Kijk na een paar centimeter of de uitlaatpijp, stroomkabels en gasaansluiting zonder te haken meekomen.

Maak nu met een stofzuiger alles goed schoon. Zowel de ruimte achter de koelkast, als de achter- en onderkant van het apparaat zelf.

Als je koelkast het op minstens één energiebron goed deed, kun je de volgende stap overslaan. Anders (als hij dus helemaal niet meer koelde) kan het zin hebben de koelkast op z’n kop te zetten en zo 24 uur te laten staan. Op Amerikaanse sites (de Vanagon Westfalia’s hebben ongeveer dezelfde koelkast, alleen het gasontstekingsmechanisme werkt iets anders) noemen ze dit ‘burpen’. Het schijnt dat hierdoor kristallen die in de vloeistofmix ontstaan zijn weer oplossen.

Ziet er vies uit maar het hoort zo: het isolatiemateriaal van de carrosserie van de Joker.
Goede gelegenheid om eens lekker te poetsen!

Het branderpijpje kun je naar rechts uit z'n houder schuiven. Het brandertje zelf zit in het vierkante kastje links, direct op de gasleiding.
Het branderpijpje kun je naar rechts uit z’n houder schuiven. Het brandertje zelf zit in het vierkante kastje links, direct op de gasleiding.
Als je probleem (zoals bij mij) bij het gas ligt, begin dan met alles schoon te maken. De gasbrander zit aan de achterkant rechtsonder. Wees extreem voorzichtig met alle handelingen aan de branderkamer; het zijn allemaal kleine onderdeeltjes en er moet niets verbogen raken omdat anders de verschillende ontstekers en sensoren niet meer werken.

Schroef de beschermkapjes van de brander, schuif het branderpijpje eruit en schroef het brandertje zelf (een messing pijpje met een minuscuul gaatje en een schroefdraad) eruit. Blaas nu alle gasleidingen door met perslucht. Zelf had ik geen perslucht tot m’n beschikking. Ik heb dus de pomp van m’n racefiets gebruikt. Die haalt 10 bar en de aansluiting voor een Frans ventiel paste toevallig mooi rond de konische uiteinden van de gasleiding. Zet druk op de leiding en druk het ronde knopje op het bedieningspaneel van de koelkast in – anders wordt de lucht niet doorgelaten. Op deze manier kun je troep uit de leidingen blazen. Blaas ook het brandertje door. Het is beter om niet met een naald o.i.d. in het gaatje van de brander te gaan prutsen. Je kunt ook besluiten (dat heb ik gedaan) om meteen een nieuw brandertje te bestellen. In mijn geval was door het vervangen van het brandertje en het doorblazen van de leidingen het probleem opgelost. Inbouw geschiedt, zoals dat zo mooi heet, in omgekeerde volgorde. Zorg er wel voor dat je de gasleiding heel zorgvuldig weer vastdraait. Zet nadat je alles weer hebt aangesloten en voordat je de koelkast op gas gaat uitproberen, eerst de gaskranen weer open. Probeer jezelf er bijvoorbeeld met zeepsop of door goed je neus te gebruiken er van te vergewissen dat er geen gas lekt. Pas als je dat zeker weet kun je de brander gaan uitproberen.

Bij vwbusshop.de (ook bij andere leveranciers) zijn nog veel onderdelen voor de RM-182 te krijgen: branders, verwarmingselementen, thermostaten, ontstekingseenheden… Het hangt er vanaf wat bij jouw koelkast niet meer werkt, maar onderdelen zijn er vaak nog wel.

Het helpt enorm dat in zowat elke Europese caravan en camper die de laatste vijftig jaar gebouwd is een Electrolux-koelkast zit. Ze hebben natuurlijk andere maten maar ze werken allemaal precies hetzelfde. Je kunt dus ook besluiten om, als je zelf de reparatie te lastig vindt, de uitgebouwde koelkast naar een caravandealer te brengen. Die weet ongetwijfeld raad – ook als hij geen Westfalia-ervaring heeft.

Gebruikstips voor de Electrolux-koelkast

Het meeste staat ook in de Westfalia-gebruiksaanwijzing, die je natuurlijk al bestudeerd hebt. Maar nog even samenvattend:

  • de koelkast werkt het beste op gas, omdat dat de meeste warmte produceert.
  • de gasvlam gaat NIET uit als je de drukknoppen op 12V of 220V zet. Hij gaat pas uit als je de gastoevoer onderbreekt. Gebruik van de koelkast met twee energiebronnen tegelijk (gas en stroom) leidt tot schade aan het kookvat.
  • bij het starten van de koelkast op gas moet je de thermostaat op maximaal zetten. Als het vlammetje eenmaal brandt (het klikken van de ontsteking houdt op en het groene controlelampje op het bedieningspaneel gaat aan) kun je de thermostaat naar ongeveer tweederde (“10 uur”) terugdraaien. Op gas koelt hij dan gek genoeg beter, omdat de brander niet de hele tijd aanstaat en er dus minder overtollige warmte achter de koelkast ontstaat. Hiermee moet je experimenteren.
  • de thermostaat werkt alleen op gas en 220V. Op 12V koelt hij altijd maximaal. Als je de knop langzaam terugdraait hoor en voel je een ‘klik’ op het punt waar de thermostaat zich uitschakelt. Dat is de huidige binnentemperatuur van de koelkast.
  • het absorptiekoelproces vergt ongeveer 20 minuten om op te starten. Pas dan beginnen de chemicaliën hun ding te doen (it’s complicated). Vandaar dat veel mensen denken dat hun koelkast op 12V niet werkt – nee, je moet er dus minimaal 40 minuten mee rondrijden (12V werkt alleen bij draaiende motor) voordat er iets van koelwerking te merken valt. Op een lange rit zou de koelkast het ook op 12V redelijk goed moeten doen. Je kunt hem ook gewoon op gas aan laten staan; of dat wettelijk gezien mag weet ik niet. Zet de gasvlam in ieder geval uit voor je gaat tanken.
  • omdat de koelwerking van een absorber minder sterk is dan die van een compresssorkoelkast helpt het ook de koelkast zo min mogelijk te openen, en hem te beladen met voorgekoelde artikelen.

Mis je nog iets in dit artikel? Of heb je aanvullende tips? Laat het weten via de comments!

 

 

 

Advertentie

#JokerHacks – driepuntsgordels achterin

IMG_7717

Het interieurontwerp van de Joker is behoorlijk geniaal, maar aan sommige dingen kun je zien dat het uit eind jaren 70 stamt. Op de achterbank zitten bijvoorbeeld heupgordels en hoe retro dat ook is, tegenwoordig voel je je toch een stuk veiliger met driepuntsgordels. Bovendien werken de meeste goedgekeurde kinderzitjes alleen met driepuntsrolgordels.

IMG_7694
Vrijgelegd bevestigingspunt rechtsachter (de schroefdop is al verwijderd)

Het goede nieuws is dat de carrosserie van de Transporter kombi, waarop de Joker gebaseerd is, af fabriek al van bevestigingspunten voor rolgordels voorzien was. Zowel voor de tweede rij (middenzitbank) als voor de derde rij. (Of de gesloten bestelbusversies deze punten ook hebben weet ik niet). Bovendien zijn er in de accessoirehandel prima gordels te krijgen om in je T3 in te bouwen. Voor een goede werking, ook bijvoorbeeld met een Maxi-Cosi, moet je wel de lange 3 meter-versie nemen. Het bevestigingspunt zit namelijk ver naar achteren.

De bevestigingspunten zijn afgedekt met plastic schroefdoppen met een kruisprofiel. Het is even hannesen om de plek van het bevestigingspunt te vinden onder de bekleding, dan een gat op de juiste plek te boren, de schroefdop eruit te draaien en hem onder de bekledingsplaat uit te schuiven.

IMG_7695
Inhoud van het Gowesty-setje: twee profieltjes en zaaginstructie (ook voor de T2 Westfalia, trouwens!)

Het slechte nieuws is dat het linker bevestigingspunt in de kleerkast van je bus zit. De gordel moet dus door de kleerkast heen en dat betekent zagen. Bovendien wordt de bruikbaarheid van het hanggedeelte van de kleerkast wat beperkt, omdat de gordel er dwars doorheen loopt. GoWesty, de Amerikaanse T3-specialist, heeft een speciaal setje ontwikkeld dat bestaat uit een zaaginstructie en twee plastic afwerkprofielen voor de zaaggaten (als je schrikt van het verschil van de prijs in dollars en het uiteindelijke bedrag dat je, inclusief invoerrechten en BTW, in Nederland betaalt, dan weet je waarom de invoering van het TTIP-verdrag zo belangrijk is!) Door die profielen loopt de gordel mooi door de gaten heen, en het zit er natuurlijk ook veel beter uit. Misschien zijn dit soort profieltjes ook wel in Europa te krijgen.

IMG_7690
Locatie van het bevestigingspunt in de kleerkast links. Eerst rechts meten en dan links aftekenen.

Als je de bevestingspunten hebt blootgelegd en de schroefdoppen verwijderd, is de montage van de gordel zelf, in ieder geval rechts, een fluitje van een cent. (Ook links is er voldoende ruimte voor de oprolautomaat, maar daar moet nog gezaagd worden.)

Je maakt de heupgordel los op zijn bevestigingspunt onderin de zitbank, en schroeft de driepuntsgordel op dezelfde plek terug. De rolautomaat komt tegen de zijwand bij het gordijn (bij mijn Joker heb ik voor het mooi het schroefje dat het gordijn vasthoudt iets naar beneden verzet). Je zou de oude gordelvangers kunnen laten zitten – de gordelgesp van de driepuntsgordel heeft namelijk dezelfde afmetingen als die van de heupgordel. Maar voor de veiligheid is het misschien beter om gewoon de meegeleverde nieuwe gordelvangers te monteren.

IMG_7698
Een griezelig moment… de zaag erin!

Goed, dan heb je dus met behulp van het sjabloontje je zaaggat afgemeten en komt het uur van de waarheid. De zaag gaat in de Westfaliakast en hup, je bus is niet origineel meer.

Zelf vind ik behoedzaam moderniseren trouwens geen probleem. Veiligheid (en comfort) zijn voor mij belangrijk, en ik heb m’n bus om te reizen en te kamperen, niet voor shows. Zo heb ik ook nieuwe speakers in de kast achterin gezet, een nieuwe radio gemonteerd en (schande!) speakers in de nog maagdelijke deurpanelen gezet. Maar dit terzijde, nu terug naar de kast. Ik was even bang dat de laminaatlaag zou gaan splinteren maar dat is niet gebeurd. Had wel een heel fijn houtzaagje in m’n decoupeerzaag gezet. De Bosch 18 volt oplaadbare machine is trouwens een aanrader voor dit soort klussen. Erg prettig om geen snoer om je machine gedraaid te hebben en bovendien heb ik geen stroom bij m’n klusplek.

IMG_7702
Het gat, klaar voor het afwerkprofiel.
IMG_7710
En dit is het resultaat.
IMG_7723
Vervolgens ging de zaag in de binnenkant van de kleerkast (hier gezien vanuit het hanggedeelte).
IMG_7727
En uiteindelijk kon ook daar de rolautomaat worden vastgezet. Het afwerkprofieltje zit aan de hangkastzijde.
IMG_7746
Hier zie je hoe de gordel door de hangkast loopt. Hij houdt m’n kampvuurgitaar mooi op z’n plek!
IMG_7721
Hier nog de oprolautomaat rechts achter…
IMG_7736
… en een tevreden ingesnoerde Westyman!

Waarom ik alleen Westfalia wil!

goethe-institut goettingen
Het Goethe-Institut in Göttingen. Foto: Robin Oomkes

Op m’n laatste reisje heb ik weer enorm veel plezier van m’n Westfalia Nugget gehad. Ik moest een Duits taalexamen afleggen bij het Goethe-Institut in Göttingen, zo’n 350 km rijden. Het examen was over twee dagen verspreid (schriftelijk op maandagochtend en mondeling op dinsdagmiddag). Om op tijd te zijn moest ik dus op zondagavond al op pad en twee keer overnachten – met een hotel of pension zou dat best een dure toestand geworden zijn. Maar ik ging met de Ford, die met z’n 155 pk de afstand
met zo’n 120 à 130 km/u verslond, met een heel redelijk verbruik van 1 op 10. Dat was met een grotere camper (of m’n klassieke benzine-Joker!) echt niet gelukt. M’n blablacar-lifters waren ook erg over de snelle en ruime auto te spreken – en betaalden nog aan de brandstofkosten mee ook.

IMG_8496
Stealthcamping (wildkamperen) bij een park in Göttingen. Foto: Robin Oomkes

Voor de eerste nacht had ik met de satellietbeelden op Google Maps een mooi groen plekje in de buurt van het instituut gezocht, om ’s ochtends niet meer te hoeven rijden. Met een bus met hoogdak, zoals de Nugget, kun je goed “stealthcampen” – onopvallend kamperen in de stad dus. Kenners weten door de gesloten gordijntjes en isomatten voor de voorruit heus wel wat er aan de hand is, maar het valt toch een stuk minder op dan een omhoogstaand hefdak – om maar te zwijgen van een grote witte camper.

IMG_1788
De Junkernschänke uit 1451 – een schitterend vakwerkhuis waarin nu een hip restaurant zit. Foto: Robin Oomkes
IMG_8525
VW T2 in Göttingen. Foto: Robin Oomkes

Na afloop van het schriftelijk examen ben ik nog even het centrum van Göttingen ingelopen. Prachtige villa’s uit de tijd van het keizerrijk (1870-1918), zoals het Goethe-Institut zelf, en mooi gerestaureerde vakwerkhuizen wisselen elkaar daar af. En, zoals in veel universiteitssteden, stonden de straten weer vol met leuke VW-busjes en andere campers. Dat leverde weer veel materiaal op voor mijn instagram-account, waar ik elke dag een nieuwe “Van Of The Day” probeer te plaatsen.

 

Als geschiedenisfreak vind ik het leukste van camperen in Duitsland dat je zo ontzettend flexibel bent. Ik zoek regelmatig monumenten of bouwwerken op die ik in één of ander geschiedenisboek ben tegengekomen, om ze te fotograferen en er dan weer een stukje over te schrijven. Juist in Duitsland, met zijn versnipperde verleden, staan die monumenten werkelijk door het hele land verspreid en je hebt dus echt vervoer en verblijf nodig om ze te bekijken. Voor de vrije tijd tussen de twee examens in Göttingen stond deze keer het Kyffhäuser-monument op het programma. Ik had al eens over de Duitse monumenten ter ere van keizer Wilhelm I geschreven, maar dat op de Kyffhäuser had ik nog nooit gezien.

IMG_1833
Kyffhäuser-monument vanaf het parkeerterrein. Foto: Robin Oomkes

Het viel niet tegen. Het was weer net zo’n bizar, protserig bouwwerk op net zo’n schitterende locatie als bijvoorbeeld het monument bij Porta Westfalica of het Hermannsdenkmal vlakbij Detmold (allebei goed te bezoeken op een autorit van Nederland naar Hannover), maar toch ook weer anders: dit monument is namelijk bovenop een enorme middeleeuwse burcht van de beroemde 12e-eeuwse keizer Barbarossa gebouwd.

IMG_1936
Camperstellplatz bij de thermen in Bad Frankenhausen. Foto: Robin Oomkes

Die nacht heb ik op een officiële Stellplatz overnacht, in Bad Frankenhausen, bij de thermen van het kuuroord. De huishoudaccu van de Nugget kon wel weer eens een 220V-oplaadbeurt gebruiken, en de afvaltanks moesten ook geleegd. Om er te komen moest ik de Kyffhäuser zelf over, het kleinste middelgebergte van Duitsland. Hoe klein ook, het waren  wel 35 haarspeldbochten naar boven (naar beneden aan de andere kant iets minder). Ook dan heb je veel plezier van een compacte camper.

IMG_8522
De handige keuken van de Nugget nodigt uit tot kokkerellen. Foto: Robin Oomkes
IMG_8526
Sfeerplaatje van een Stellplatz in de regen. Kan zo’n hoogdak wel mee overweg!

 

IMG_1978
Reconstructie van het poortgebouw van de 10e-eeuwse koningspalts Tilleda. Op de achtergrond het 19e-eeuwse Kyffhäuser-monument. Foto: Robin Oomkes

Voor de volgende ochtend stond de koningspalts Tilleda nog op m’n lijstje (die verblijfplaatsen van rondtrekkende middeleeuwse Duitse koningen en keizers interesseren me ook mateloos), aan de voet van het Kyffhäusergebergte. Na wat in de palts te hebben rondgesnuffeld moest ik alweer terug naar Göttingen voor m’n mondelinge examen. Daarna volgde de lange, maar ontspannen rit terug naar huis. Ik had me voor m’n tweedaagse zwerftocht geen beter vervoer of verblijf kunnen wensen dan m’n Westy – en het examen? De uitslag krijg ik volgende week…

IMG_8531

#JokerHacks – vangnet voor het bovenbed

IMG_7558T3-Westfalia-Joker-bezitters met kleine kinderen kennen het probleem: hoe zorg je dat je kinderen niet uit het bovenbed vallen? Er was standaard geen uitvalbescherming, zoals bij latere T4s en T5s. Voor de allerkleinsten is er het Deryan-tentje, maar vanaf een jaar of twee willen of passen ze daar niet meer in. Voor het Joker-hoogdak was er een officieel vangnet van Westfalia, dat je nog steeds bij vwbusshop.de kunt bestellen. Maar wat moeten de hefdakbezitters?

IMG_7555

Ik heb ooit op de Duitse eBay-site een tweedehands bedhekje gekocht (van Chicco, bekend van kinderwagens en dergelijke) dat werd geadverteerd als geschikt voor de T3 Joker (en California of Atlantic, natuurlijk). Het is eigenlijk bedoeld voor normale kinderbedden thuis, en heeft twee poten die onder de matras worden gestoken. Door het gewicht van de matras, en dat van het kind, wordt het hekje op z’n plaats gehouden. (Bij de Joker is de matras te dun om het hekje goed op zijn plaats te houden, maar een paar kleine schroefjes zijn voldoende).

IMG_7557

Het is 95 cm breed en dekt daardoor (op luttele centimeters aan beide kanten na) de matras van de Joker af. Bovendien laat het zich 180 graden naar beneden klappen, zodat je bij je kind kunt. De hoogte is bovendien precies zo, dat het hoog genoeg is om goed te beschermen, maar laag genoeg om nog de “zwaai” door de opening voor het bed naar beneden te kunnen maken.

a118799_001
Chicco bedhek 95 cm Natural (foto: Chicco)

Ik heb op internet gezien dat Chicco nog steeds zo’n hekje aanbiedt, met de naam “95 cm Natural”. De pootjes zien er hetzelfde uit als die van mij, maar het netje is mooier afgewerkt. Ik kan niet zien of het nog steeds dezelfde constructie is die toelaat het hekje 180 graden naar beneden te klappen. In dat geval heb je voor weinig geld (in ieder geval veel goedkoper dan het officiële hekje voor het hoogdak van Westfalia) een prima oplossing. Wie bestelt het en probeert het uit?

IMG_7560

O ja – wat ook heel mooi is: het hekje past ingeklapt precies achter de matras, en het dak kan dan ook nog dicht! (Ja, ik weet dat ik op termijn een nieuw hefdakdoek nodig heb…)

 

Rijden met een VW T3 Westfalia Joker uit 1984

IMG_7208
Mijn nieuwe Joker, een exemplaar uit 1984 in de kleur Elfenbeinbeige (ivoor)

Hoe rijdt dat nou, zo’n bus van 32 jaar oud? In twee woorden: verbazend goed. In dit stukje, geschreven na drie dagen Jokeren, geef ik m’n eerste indrukken. Mijn bus heeft de 78-pk benzinemotor, wat ik een echte aanrader vind. M’n eerdere T3’s waren namelijk allemaal (turbo)diesels, met 50 of 70 pk. Juist met zo weinig vermogen merk je elk extra paard dat je tot je beschikking hebt… Alleen in Amerika had ik al eens met een benzine-T3 gereden. Ik herinner me alleen nog dat ik toen (overstappend uit een 1,6 diesel met 50 pk) bij de eerste keer wegrijden schrok van de felle acceleratie!

Zitten

IMG_6841
Prima werkplek in een T3

De zitpositie van de T3 vind ik heel erg goed. Door het ontbreken van een motorblok voorin konden de VW-ontwerpers een perfecte ergonomie creëren. Je zit lekker rechtop, je handen vallen als vanzelf op het stuurwiel, en je knieën hebben precies de goede hoek. Doordat je bovenop het voorwiel zit heb je ook geen last van wielkasten in de voetenruimte. Soms zou je de bestuurdersstoel iets verder naar achteren willen schuiven,  maar daar zit bij de Joker het keukenblok in de weg.

Het uitzicht rondom is door de grote ramen en de dunne raamspijlen perfect. Alleen de spiegels zijn voor verbetering vatbaar. M’n eerste T3 had grote beugelspiegels, en ook de Atlantic had grotere en bolle spiegels. Vooral rechts vind ik het zicht met de vlakke standaardspiegel te beperkt.

Prestaties

Als de motor eenmaal warm is trekt hij verbazend goed op. Deze 78 pk-versie van de 1,9-liter waterboxermotor (motortype DG) heeft een dubbele carburateur en dat voel je. Je moet het gaspedaal diep intrappen om het tweede register van de carburateur te activeren maar dan gáát hij ook.

IMG_7151
120 op z’n sloffen – 130 kan ook

Je hoeft niet veel te schakelen – buiten de stad redt hij alles in z’n 4, hoewel terugschakelen natuurlijk wel helpt als je snel wilt accelereren om in te halen of in te voegen. Goed, accelereren is misschien niet het juiste woord – een T3 accelereert niet, hij vermeerdert vaart. Maar dat dan ook gestaag. Ik heb op de snelweg zelfs even 130 km/h op de gps (140 km/h op de teller) gehad. Dat moet je natuurlijk eigenlijk niet doen met zo’n oude bus, maar ik vond het leuk om te merken dat de bus z’n officiële topsnelheid nog haalt en dat de 78 paarden nog allemaal aanwezig zijn. Op de provinciale weg is de benzine-Joker prima op z’n gemak, maar ook een snelwegetappe is geen probleem. Het geluid van de motor valt eigenlijk weg tegen het andere rij- en windgeruis. Dat herinner ik me anders van m’n diesel-Jokers. Die maakten rond de 100 (echte) kilometers al zoveel toeren en zoveel lawaai dat ik bang was in m’n achteruitkijkspiegel de zuigers door het matras te zien vliegen.

IMG_7138
De Joker en de benzinepomp: dikke vrienden.

Keerzijde van de goede prestaties is natuurlijk het verbruik. “Ieder voordeel heb z’n nadeel”, vrij naar een groot filosoof. Overigens is het nadeel van vriend Poetin, de lage olieprijs, het voordeel van de T3-benzinerijder. Want bij een verbruik van 1:8 à 1:9 scheelt elke cent per liter. Bij het bepalen van de totale kosten moet je wel de lagere wegenbelasting meerekenen. Bij een camper ligt het omslagpunt rond de 4 à 5000 kilometer per jaar. Als je daaronder blijft heb je dus alleen maar lol van je fijne benzinemotor.

Je moet ook alles zelf doen

Als je uit een moderne personenauto komt is het wel even wennen. Want er is heel veel dat je opeens zelf moet doen. Je moet bijvoorbeeld zelf:

  • kijken of het donker wordt en de lampen inschakelen
  • niet vergeten die lampen ook weer uit te zetten
  • kijken of het gaat regenen en de ruitenwissers aanzetten, en als het motregent zelf het interval regelen
  • kaartlezen, of een gps op je voorruit plakken
  • zingen, of een goede aftermarket-radio inbouwen met bluetooth, streaming enzovoort
  • zorgen dat je wielen niet blokkeren bij het remmen
  • de auto niet achteruit laten rollen bij de hellingproef
  • de kracht leveren om de voorwielen te laten sturen
  • in je spiegels kijken (ik had een Volvo die een lampje liet knipperen als er iemand naast je reed)
  • alle deuren op slot doen als je weggaat
  • de raampjes omlaag en omhoog draaien
  • de temperatuur en luchtverdeling regelen.

Goed beschouwd zijn er op deze lijst maar twee dingen die moderne auto’s echt beter maken. Nummer één: airco. ARKO (Alle Raampjes Kunnen Open) is ook leuk, maar is op een Joker met isolatieramen niet eens van toepassing omdat er achterin geen ramen open kunnen tijdens de rit. Nummer twee: ABS. De T3 had voor die tijd uitstekende remmen (lees je ook in oude autotests), maar blokkeert snel als je als ABS-rijder vol op het rempedaal gaat staan. Dat is dus echt “umdenken” en vergt in druk verkeer continu concentratie. Niet dat dat kwaad kan…

IMG_7216
De Bulli-Werkstatt in Marzahn, het uiterste oosten van Berlijn. Geen glazen VW-paleis maar wel voldoende slooponderdelen bij de hand!

Zoals je merkt ben ik erg te spreken over m’n nieuwe aanwinst. Ik zei altijd dat de Joker vanwege de enorme binnenruimte de perfecte compacte camper was voor als je stilstond, maar zo’n benzineversie rijdt daarnaast ook nog heel erg goed. Vandaag heb ik ‘m naar een gespecialiseerde T3-garage gebracht voor een grote beurt. Als het goed is komt-ie nóg beter terug!

 

 

Met m’n nieuwe Joker aan de Bulli-Bummel

IMG_1067
Deze badboy-spijltjesbussen trokken veel bekijks in Hannover

Voor niet-ingewijden: een Joker is een Westfalia-kampeerbus uit de jaren tachtig, op basis van de Volkswagen T3. Het laatste model met de motor achterin, zoals de kever dus, maar dan wel met een modern gelijnde, vierkante carrosserie. En zo’n bus heb ik net gekocht. Ik moest hem ophalen in Groningen en natuurlijk net niet helemaal toevallig voerde m’n thuisreis naar Berlijn op zondag langs Hannover, waar die dag de Bulli Bummel werd gehouden. (Alweer voor niet-ingewijden: “Bulli” is de Duitse koosnaam voor VW-busjes, zoiets als “kever” of “eend”, en een Bummel is een wandeling of kroegentocht).

IMG_7138
Mijn nieuwe Joker aan de benzinepomp. Er zullen er nog vele volgen!
IMG_1050
De T1-spijljesbus.

Die Bulli Bummel was een feest ter ere van het 60-jarig bestaan van de busjesfabriek in Hannover. De oer-VW-bus, de T1, werd al in 1950 op het hoofdkwartier van VW in Wolfsburg in productie genomen tussen de kevers. Maar al gauw barstte die locatie uit z’n voegen. Er werd een aanbesteding gedaan waarop 200 Duitse steden reageerden, maar Hannover werd uitverkoren en sinds 1956 rollen daar dagelijks rond de duizend busjes van de lopende band.

 

IMG_1016

Onderweg naar Hannover deed ik wat je in Duitsland met een camper moet doen: overnachten op een Stellplatz. Dat zijn parkeerterreinen speciaal voor campers. Soms met voorzieningen zoals stroom en water, soms mooi gelegen, soms ook niet. Ik had er via de promobil-app eentje uitgekozen aan de rivier de Weser, in het stadje Nienburg. Net op de dag van de jaarlijkse kermis – het feestgedruis en de disco hielden precies om 02.30 ’s nachts op, kan ik je vertellen!

IMG_1011

Dan komt bij het opstaan een straffe espresso wel van pas natuurlijk.

IMG_1019

In Hannover zag je ’s ochtends colonnes met Duitse VW-clubs de binnenstad doorkruisen.

IMG_1048

Voor de echte nerds: het uiterlijke verschil tussen de T2a en de T2b is… de plek van het knipperlicht!

IMG_1020

Overal blije mensen op de parkeerplaatsen.

IMG_1044

De dames van de organisatie hielden alles op uitgeprinte (het blijft Duitsland) excellijsten nauwkeurig bij. IMG_1045 (1)

De mooiste bulli’s kregen een plaatsje voor het stadhuis van Hannover.

IMG_1066

Ondertussen is er tot juni 2016 in het stedelijk museum van Hannover (ook in het centrum) een aardige tentoonstelling over het zestigjarig bestaan van de fabriek.

IMG_1080

Hier een ruwe carrosserie van een T5,

IMG_1081

en dit vond ik een aardig voorbeeld van de toenemende complexiteit van de VW-bus van T1 tot T5 aan de hand van de gebruikte koplampen.

IMG_1105

Aan de oever van de Leine was het ondertussen ook goed toeven rond het thema ‘personenvervoer’. Wie spot de vreemde eend in de bijt? Hint: het is wel een Westy 🙂

IMG_1133

Het is ongelooflijk hoe ver sommige deelnemers aan dit soort shows gaan om het “plaatje”  compleet te maken. Campingstoeltjes in de originele VW T2-Westfaliaruit!

IMG_1139

Het keukentje van dezelfde T2 Helsinki. Met speciaal uitklapbaar Coleman-oventje voor op het gasstel.

IMG_1145

Twee ventilatie-oplossingen die ik graag ook op nieuwe VW-kampeerbussen terug zou zien! De uitzetbare achterruit zat in een T1, de beroemde uitstelraampjes (met muggengaas van binnen!) zaten op de meeste T2 IMG_1165Westfalia’s. Wie weet waarom ze niet op de T3 (en later) gebruikt werden?

 

 

 

 

 

Wat me ook opviel is dat veel niet is wat het lijkt. Zo is deze “ADAC”-bus z’n leven begonnen als brandweerbus en pas later omgebouwd naar de wegenwachtkleuren.

Deze is dan wel weer leuk. Let in het begin goed op de pootjes!

IMG_1120

Meneer Voges kwam nog even langs in m’n busje om te vertellen over zijn 42 jaar in de VW-fabriek in Hannover, uiteindelijk als productieleider. De grootste uitdaging: “Toen Ferdinand Piëch rond 1991 het roer van Volkswagen overnam. Dat was zo’n perfectionist, toen moest de kwaliteit in de transporterfabriek opeens naar personenautoniveau. Dat was hard werken.”

Op weg naar huis ben ik een hele tijd achter deze lekker opschietende Flixbus blijven hangen – dat schijnt benzine te besparen…

Het gekke is dat ik me na deze overdosis aan VW-busjes realiseerde dat ik niet echt een autoshowmens ben. Als ik zou moeten kiezen tussen een weekend op een mooie camping in het bos of nog een keer naar zo’n evenement, dan wordt het de volgende keer toch het bos. Maar leuk was het wel, daar in Hannover, voor deze ene keer!

Voorpret op #projectjoker: de goodies

Een klassieker is altijd een goed excuus om nóg meer geld aan accessoires uit te geven, en wat je van er haalt is lekker. Voor m’n nieuwe Joker heb ik dus als voorbereiding op onze eerste reisje dit voorjaar (naar het Oostzee-eiland Rügen) alvast bij Gowesty in Californië een Van-O-Bag besteld, een bagagezak voor op het imperiaal boven de cabine van de T3 Westfalia Joker. Ook om nou eens uit te zoeken hoeveel accessoires van dat bedrijf nou eigenlijk kosten als ze eenmaal in Europa aanlanden.

  
Zo ziet een per US Postal Service van de VS naar Berlijn (waar ik nu woon) verstuurd pakket eruit. De producten die ik had besteld kostten $104,50. Daarbij kwam rond de $50 dollar verzendkosten. En daarover (product + verzendkosten) worden dan weer douanerechten én BTW geheven. Ik moest aan het postkantoor nog €27,24 betalen. Uiteindelijk heeft het grapje me dus ongeveer €170 gekost. De enige troost is dat het enige concurrerende Europese product, de Ortlieb Big Bag,  ongeveer hetzelfde kost. En die is niet specifiek voor het bagagerek van de Joker gemaakt en past dus minder goed.

 Het kost wat, maar dan heb je ook wat. Inclusief dat coole logo dat net over de rand van je bagagerek komt piepen.
  
En van de achterkant. Hier zie je de kanozak-achtste sluiting, die je vanuit het openritsbare raam van het hefdak kan beladen. Watch this space voor praktijkervaringen als ik de bus eenmaal heb opgehaald.

#ProjectJoker onderweg

image
Eén van de foto’s uit de marktplaats-advertentie

Een paar dagen geleden schreef ik al dat ik nogal last had van busjeskoorts. Daar is natuurlijk maar één remedie tegen – naar een busje gaan kijken! Dan kunnen er twee dingen gebeuren: of je bent meteen genezen (als het, ondanks de mooie foto’s op marktplaats, een afgetrapt hok is), of je wordt verliefd en gaat voor de bijl. Wat het geworden is? Je hebt misschien al wel een vermoeden, maar het antwoord vind je in dit filmpje.

 

Busjeskoorts!

IMG_20150429_0005
M’n eerste Joker – met 50 pk door heel Europa!
Wie mijn busjesbiografie heeft bekeken weet dat ik nogal eens van een T3 (het hoekige VW-busmodel uit de jaren ’80) naar een moderne camper, en weer terug naar een  T3 ben overgestapt.

Ik vind de T3 nou eenmaal de mooiste VW-bus,  en het geniale Westfalia-Jokerinterieur maakt hem alleen maar aantrekkelijker. Maar elke keer dat ik er een heb, ga ik me toch weer storen aan de praktische nadelen van zo’n oude auto – het lawaai, geen airco, de onbetrouwbare motoren… En dan ruil ik hem na een paar jaar weer in voor een T4, of bijvoorbeeld m’n huidige Westy, een Ford Custom Nugget.

(Overigens ben ik daarmee in goed gezelschap. Martin Dorey, de krullenbol die de heerlijke BBC-serie One Man and his Campervan presenteerde, heeft eerst een aantal T3s versleten. Voor de serie kocht hij op verzoek van de BBC een T2, omdat die nou eenmaal hipper zijn. Maar nu heeft hij, na een aantal vakanties die eindigden achterop een autotransporter, zo valt er op zijn blog te lezen, toch maar een California T5 gekocht…)

Nu heb ik dus weer flink last van busjeskoorts. (Busjeskoorts is een aandoening waarbij de patiënt veel tijd op internet doorbrengt, en zowel dag- als nachtdroomt van een nieuwe, of in ieder geval een andere camper). James May, de intellectueel van het ex-TopGear-trio, heeft een variant op die ziekte beschreven in zijn lollige boek Car Fever.

IMG_3988
Een vette T3 Joker in Berlijn – niet helemaal mijn smaak, maar er wordt wel goed voor ‘m gezorgd!
Berlijn, waar wij op het moment wonen, staat echt vol met leuke kampeerbusjes, en ook veel T3s. Weliswaar eerder “rat-lookers” dan concoursexemplaren, maar genoeg om wel weer erg veel zin in zo’n fijne, vierkante kampeerbus te krijgen.

Alleen… ze worden bijna niet meer aangeboden. Afgelopen september stond in Hamburg deze prachtige bus te koop:

5 maar daar was ik net te laat bij. Sindsdien ben ik eigenlijk geen mooie T3s meer tegengekomen – niet bij de Nederlandse VW-specialisten en ook niet op mobile.de of autoscout.

Dit weekend ga ik naar een mooie Joker (met benzinemotor, dat zou m’n eerste zijn) kijken die dezelfde kleur heeft als mijn allereerste. Maar deze keer kan ik het me gelukkig permitteren om het anders aan te pakken. Ik houd m’n moderne Nugget, en koop de Joker voor erbij – voor het mooi, en voor af en toe een weekendje of weekje dichtbij. Misschien volgt er binnenkort dus wel een nieuw hoofdstuk in de busjesbiografie…

Wie herkent dit probleem? Zijn er nog meer busjesgekken in Nederland die net zo vaak van camper wisselen als ik? Misschien kunnen we een zelfhulpgroep oprichten!

 

Ayrault op BZ: het tijdperk van de camperdiplomatie?


Deze week werden we verrast door het nieuws dat president Hollande zijn voormalige premier Jean-Marc Ayrault (spreek uit: Héro, held) tot minister van Buitenlandse Zaken heeft benoemd. Dat is opmerkelijk, omdat aan deze politicus tot nu toe een nogal provinciaal imago kleefde. Hij werd als voormalig burgemeester vooral geassocieerd met zijn oude machtsbasis Nantes, aan de idyllische en rustige monding van de Loire.

Veel politieke buitenlandervaring heeft hij niet, hoewel zijn uitstekende Duits (hij is, net als zijn echtgenote Brigitte, leraar Duits geweest en heeft ook in Duitsland gestudeerd) hem zeker van pas zal komen. Maar hij heeft een andere troef waardoor ik denk dat hij het als topdiplomaat heel goed gaat doen: Ayrault is een hartstochtelijk camperaar! Hij heeft met zijn busje en zijn gezin heel Frankrijk afgereisd, maar ook Spanje, Portugal en Italië. Ik denk echt dat de vorm van “slow travel”, waartoe zo’n busje uitnodigt, je helpt om je reisbestemmingen beter te begrijpen en in je op te nemen. En om in de diplomatie resultaat te boeken is het belangrijk dat je begrijpt waar je onderhandelingspartner letterlijk en figuurlijk “vandaan komt”, welke eisen en wensen essentieel voor hem zijn en welke misschien niet. Dan helpt het om die plaatsen, en de mensen daar, te kennen.

Jean-Marc Ayrault heeft zijn mooie Volkswagen T3 Westfalia Joker al ruim 20 jaar in zijn bezit, dus lang voor de huidige hype. Hij is bekend in Westfranse camperkringen en bezoekt alle beurzen. Tot zijn grote spijt moest hij uit veiligheidsoverwegingen met kamperen stoppen toen Hollande hem in 2012 tot premier benoemde. Hij heeft het busje nooit meegenomen naar het Matignon (de ambtswoning van de Franse premier). Het stond gestald bij zijn huis in Nantes, waar, volgens een krant, de plaatselijke garagehouder hem af en toe ophaalde voor klein onderhoud. En verder zorgde hij er zelf uitstekend voor, zoals blijkt uit dit grappige filmpje:

Toen hij in een kabinets-“reshuffle” in 2014 als premier werd ingeruild voor de veel jongere Manuel Valls nam hij, tot ongeloof van de Franse pers,  zijn kans waar en ging weer met zijn campertje op reis naar Spanje. Die pers, maar ook Ayraults collega’s, hebben het sowieso moeilijk met een kamperende toppoliticus. In Frankrijk is status en uiterlijk vertoon wel heel belangrijk, en daaraan voldoet het beeld van een staatsman in korte broek op de camping blijkbaar niet. De echtgenote van de al eerder genoemde nieuwe premier Valls, zelf een gevierd violiste, heeft zich volgens de Frankfurter Allgemeine Zeitung zelfs eens laten ontvallen dat de Ayraults “wel echte leraren zijn”, zonder de voor de politiek volgens haar blijkbaar noodzakelijke glamour. En dat zijn dan nog de Franse socialisten!

Laten we hopen dat de Ayraults zich er niets van aan trekken en, in ieder geval in gedachten, in het tempo van hun T3 door Europa blijven trekken, op zoek naar het mooie en interessante in al die prachtige gebieden die binnen een paar dagen rijden van ons thuis liggen.