
Voor niet-ingewijden: een Joker is een Westfalia-kampeerbus uit de jaren tachtig, op basis van de Volkswagen T3. Het laatste model met de motor achterin, zoals de kever dus, maar dan wel met een modern gelijnde, vierkante carrosserie. En zo’n bus heb ik net gekocht. Ik moest hem ophalen in Groningen en natuurlijk net niet helemaal toevallig voerde m’n thuisreis naar Berlijn op zondag langs Hannover, waar die dag de Bulli Bummel werd gehouden. (Alweer voor niet-ingewijden: “Bulli” is de Duitse koosnaam voor VW-busjes, zoiets als “kever” of “eend”, en een Bummel is een wandeling of kroegentocht).


Die Bulli Bummel was een feest ter ere van het 60-jarig bestaan van de busjesfabriek in Hannover. De oer-VW-bus, de T1, werd al in 1950 op het hoofdkwartier van VW in Wolfsburg in productie genomen tussen de kevers. Maar al gauw barstte die locatie uit z’n voegen. Er werd een aanbesteding gedaan waarop 200 Duitse steden reageerden, maar Hannover werd uitverkoren en sinds 1956 rollen daar dagelijks rond de duizend busjes van de lopende band.
Onderweg naar Hannover deed ik wat je in Duitsland met een camper moet doen: overnachten op een Stellplatz. Dat zijn parkeerterreinen speciaal voor campers. Soms met voorzieningen zoals stroom en water, soms mooi gelegen, soms ook niet. Ik had er via de promobil-app eentje uitgekozen aan de rivier de Weser, in het stadje Nienburg. Net op de dag van de jaarlijkse kermis – het feestgedruis en de disco hielden precies om 02.30 ’s nachts op, kan ik je vertellen!
Dan komt bij het opstaan een straffe espresso wel van pas natuurlijk.
In Hannover zag je ’s ochtends colonnes met Duitse VW-clubs de binnenstad doorkruisen.
Voor de echte nerds: het uiterlijke verschil tussen de T2a en de T2b is… de plek van het knipperlicht!
Overal blije mensen op de parkeerplaatsen.
De dames van de organisatie hielden alles op uitgeprinte (het blijft Duitsland) excellijsten nauwkeurig bij.
De mooiste bulli’s kregen een plaatsje voor het stadhuis van Hannover.
Ondertussen is er tot juni 2016 in het stedelijk museum van Hannover (ook in het centrum) een aardige tentoonstelling over het zestigjarig bestaan van de fabriek.
Hier een ruwe carrosserie van een T5,
en dit vond ik een aardig voorbeeld van de toenemende complexiteit van de VW-bus van T1 tot T5 aan de hand van de gebruikte koplampen.
Aan de oever van de Leine was het ondertussen ook goed toeven rond het thema ‘personenvervoer’. Wie spot de vreemde eend in de bijt? Hint: het is wel een Westy 🙂
Het is ongelooflijk hoe ver sommige deelnemers aan dit soort shows gaan om het “plaatje” compleet te maken. Campingstoeltjes in de originele VW T2-Westfaliaruit!
Het keukentje van dezelfde T2 Helsinki. Met speciaal uitklapbaar Coleman-oventje voor op het gasstel.
Twee ventilatie-oplossingen die ik graag ook op nieuwe VW-kampeerbussen terug zou zien! De uitzetbare achterruit zat in een T1, de beroemde uitstelraampjes (met muggengaas van binnen!) zaten op de meeste T2 Westfalia’s. Wie weet waarom ze niet op de T3 (en later) gebruikt werden?
Wat me ook opviel is dat veel niet is wat het lijkt. Zo is deze “ADAC”-bus z’n leven begonnen als brandweerbus en pas later omgebouwd naar de wegenwachtkleuren.
Deze is dan wel weer leuk. Let in het begin goed op de pootjes!
Meneer Voges kwam nog even langs in m’n busje om te vertellen over zijn 42 jaar in de VW-fabriek in Hannover, uiteindelijk als productieleider. De grootste uitdaging: “Toen Ferdinand Piëch rond 1991 het roer van Volkswagen overnam. Dat was zo’n perfectionist, toen moest de kwaliteit in de transporterfabriek opeens naar personenautoniveau. Dat was hard werken.”
Op weg naar huis ben ik een hele tijd achter deze lekker opschietende Flixbus blijven hangen – dat schijnt benzine te besparen…
Het gekke is dat ik me na deze overdosis aan VW-busjes realiseerde dat ik niet echt een autoshowmens ben. Als ik zou moeten kiezen tussen een weekend op een mooie camping in het bos of nog een keer naar zo’n evenement, dan wordt het de volgende keer toch het bos. Maar leuk was het wel, daar in Hannover, voor deze ene keer!