Busjeskoorts!

IMG_20150429_0005
M’n eerste Joker – met 50 pk door heel Europa!
Wie mijn busjesbiografie heeft bekeken weet dat ik nogal eens van een T3 (het hoekige VW-busmodel uit de jaren ’80) naar een moderne camper, en weer terug naar een  T3 ben overgestapt.

Ik vind de T3 nou eenmaal de mooiste VW-bus,  en het geniale Westfalia-Jokerinterieur maakt hem alleen maar aantrekkelijker. Maar elke keer dat ik er een heb, ga ik me toch weer storen aan de praktische nadelen van zo’n oude auto – het lawaai, geen airco, de onbetrouwbare motoren… En dan ruil ik hem na een paar jaar weer in voor een T4, of bijvoorbeeld m’n huidige Westy, een Ford Custom Nugget.

(Overigens ben ik daarmee in goed gezelschap. Martin Dorey, de krullenbol die de heerlijke BBC-serie One Man and his Campervan presenteerde, heeft eerst een aantal T3s versleten. Voor de serie kocht hij op verzoek van de BBC een T2, omdat die nou eenmaal hipper zijn. Maar nu heeft hij, na een aantal vakanties die eindigden achterop een autotransporter, zo valt er op zijn blog te lezen, toch maar een California T5 gekocht…)

Nu heb ik dus weer flink last van busjeskoorts. (Busjeskoorts is een aandoening waarbij de patiënt veel tijd op internet doorbrengt, en zowel dag- als nachtdroomt van een nieuwe, of in ieder geval een andere camper). James May, de intellectueel van het ex-TopGear-trio, heeft een variant op die ziekte beschreven in zijn lollige boek Car Fever.

IMG_3988
Een vette T3 Joker in Berlijn – niet helemaal mijn smaak, maar er wordt wel goed voor ‘m gezorgd!
Berlijn, waar wij op het moment wonen, staat echt vol met leuke kampeerbusjes, en ook veel T3s. Weliswaar eerder “rat-lookers” dan concoursexemplaren, maar genoeg om wel weer erg veel zin in zo’n fijne, vierkante kampeerbus te krijgen.

Alleen… ze worden bijna niet meer aangeboden. Afgelopen september stond in Hamburg deze prachtige bus te koop:

5 maar daar was ik net te laat bij. Sindsdien ben ik eigenlijk geen mooie T3s meer tegengekomen – niet bij de Nederlandse VW-specialisten en ook niet op mobile.de of autoscout.

Dit weekend ga ik naar een mooie Joker (met benzinemotor, dat zou m’n eerste zijn) kijken die dezelfde kleur heeft als mijn allereerste. Maar deze keer kan ik het me gelukkig permitteren om het anders aan te pakken. Ik houd m’n moderne Nugget, en koop de Joker voor erbij – voor het mooi, en voor af en toe een weekendje of weekje dichtbij. Misschien volgt er binnenkort dus wel een nieuw hoofdstuk in de busjesbiografie…

Wie herkent dit probleem? Zijn er nog meer busjesgekken in Nederland die net zo vaak van camper wisselen als ik? Misschien kunnen we een zelfhulpgroep oprichten!

 

Advertentie

Filmpjes! De T6 California met Duitse humor grondig getest.

In de nazomer van 2015 presenteerde Volkswagen de vernieuwde California op een persreis naar Noorwegen. In konvooi reed de Duitse autopers met acht California’s  van Stavanger, via de veerboot over de Lysefjord, naar  ‘Camp California’, ergens in het midden van nergens. Het was hondeweer, maar toch wisten de journalisten er leuke filmpjes te maken. Eerst de ‘Deutsche Welle’, de Duitse wereldomroep:

Presentator Mattis had een blauwe California Coast meegekregen en deed z’n best er een serieuze test van te maken. Jammer genoeg voor hem loopt in het begin van het filmpje de crew van AutoBild al door zijn beeld. Zij pakten het anders aan. Ze hadden een crew van drie (presentator Dean Malay, een cameraman en een geluidsman) en monteerden er heel slim ook meteen een vergelijking met de Mercedes Marco Polo tussendoor. Dean ging ook in op commentaren van online-reaguurders, en ging op bezoek bij de andere journalisten. Zo zocht hij Mattis van de Deutsche Welle op in z’n Coast.

Geluidsman Olli (de derde man van AutoBild, blijkbaar onderaan in de pikorde) moest in de Noorse kou in een jaren ’70-tentje slapen.

Met alle grappen en grollen geven deze twee filmpjes wel een leuk beeld van de gebruiksmogelijkheden van de verschillende versies van de California. Let bijvoorbeeld op hoe Mattis (niet in z’n eigen filmpje, maar in dat van AutoBild!) demonstreert hoeveel sneller het handmatige dak van de Coast sluit dan het elektrische van de Ocean.

 

Ayrault op BZ: het tijdperk van de camperdiplomatie?


Deze week werden we verrast door het nieuws dat president Hollande zijn voormalige premier Jean-Marc Ayrault (spreek uit: Héro, held) tot minister van Buitenlandse Zaken heeft benoemd. Dat is opmerkelijk, omdat aan deze politicus tot nu toe een nogal provinciaal imago kleefde. Hij werd als voormalig burgemeester vooral geassocieerd met zijn oude machtsbasis Nantes, aan de idyllische en rustige monding van de Loire.

Veel politieke buitenlandervaring heeft hij niet, hoewel zijn uitstekende Duits (hij is, net als zijn echtgenote Brigitte, leraar Duits geweest en heeft ook in Duitsland gestudeerd) hem zeker van pas zal komen. Maar hij heeft een andere troef waardoor ik denk dat hij het als topdiplomaat heel goed gaat doen: Ayrault is een hartstochtelijk camperaar! Hij heeft met zijn busje en zijn gezin heel Frankrijk afgereisd, maar ook Spanje, Portugal en Italië. Ik denk echt dat de vorm van “slow travel”, waartoe zo’n busje uitnodigt, je helpt om je reisbestemmingen beter te begrijpen en in je op te nemen. En om in de diplomatie resultaat te boeken is het belangrijk dat je begrijpt waar je onderhandelingspartner letterlijk en figuurlijk “vandaan komt”, welke eisen en wensen essentieel voor hem zijn en welke misschien niet. Dan helpt het om die plaatsen, en de mensen daar, te kennen.

Jean-Marc Ayrault heeft zijn mooie Volkswagen T3 Westfalia Joker al ruim 20 jaar in zijn bezit, dus lang voor de huidige hype. Hij is bekend in Westfranse camperkringen en bezoekt alle beurzen. Tot zijn grote spijt moest hij uit veiligheidsoverwegingen met kamperen stoppen toen Hollande hem in 2012 tot premier benoemde. Hij heeft het busje nooit meegenomen naar het Matignon (de ambtswoning van de Franse premier). Het stond gestald bij zijn huis in Nantes, waar, volgens een krant, de plaatselijke garagehouder hem af en toe ophaalde voor klein onderhoud. En verder zorgde hij er zelf uitstekend voor, zoals blijkt uit dit grappige filmpje:

Toen hij in een kabinets-“reshuffle” in 2014 als premier werd ingeruild voor de veel jongere Manuel Valls nam hij, tot ongeloof van de Franse pers,  zijn kans waar en ging weer met zijn campertje op reis naar Spanje. Die pers, maar ook Ayraults collega’s, hebben het sowieso moeilijk met een kamperende toppoliticus. In Frankrijk is status en uiterlijk vertoon wel heel belangrijk, en daaraan voldoet het beeld van een staatsman in korte broek op de camping blijkbaar niet. De echtgenote van de al eerder genoemde nieuwe premier Valls, zelf een gevierd violiste, heeft zich volgens de Frankfurter Allgemeine Zeitung zelfs eens laten ontvallen dat de Ayraults “wel echte leraren zijn”, zonder de voor de politiek volgens haar blijkbaar noodzakelijke glamour. En dat zijn dan nog de Franse socialisten!

Laten we hopen dat de Ayraults zich er niets van aan trekken en, in ieder geval in gedachten, in het tempo van hun T3 door Europa blijven trekken, op zoek naar het mooie en interessante in al die prachtige gebieden die binnen een paar dagen rijden van ons thuis liggen.

De Caravansalon, een snelle verkenning

 

Deze prachtige T1 Westfalia staat in de klassiekerhal. Schattig, maar wat waren ze klein!

Omdat ik pas om half vijf in Düsseldorf was bleef er alleen tijd over voor een vluchtige verkenning van de beurs. Tip: bestel vooraf kaartjes via caravan-salon.de, dat scheelt wachten aan de kassa’s, en je hebt gratis toegang tot het OV in Düsseldorf. Als je ook nog gratis lid wordt van de “Club” betaal je minder en mag je twee dagen naar binnen voor de prijs van één!

Ook voor de camperparking kun je online reserveren en betalen.

Het lijkt wel of er steeds meer mensen met de camper naar de beurs komen. Onafzienbare rijen witte dozen, met af en toe wat kleur ertussen.

Handig idee, de alkoof op deze klassieke Fendt!

Als je via de noordingang binnenkomt, loop je eerst de klassiekerhal binnen. Erg leuk altijd, en goed voor flink wat jeugdsentiment. En toch ben ik altijd blij met een moderne camper op weg te zijn…

De nieuwe California Coast is een voordelige versie die wel een volledig kampeerinterieur biedt (maar luxe-opties, zoals elektrisch hefdak, dubbel glas of een standkachel kosten extra.)

En de nieuwigheden, daar gaat het natuurlijk om bij een beurs. Één van de meest bezochte introducties was die van de nieuwe Volkswagen T6 California. De meningen zijn verdeeld over of het nou een facelift of een nieuw model is, maar hij ziet er zeker weer goed uit. 
Afgezien van nieuwe kleuren en stoffen, en wat verbeteringen aan de verlichting en het doek van het hefdak is er niet veel veranderd in het interieur van de California.  Hoefde ook niet, denk ik! Deze lichtblauwe Coast vond ik erg mooi.


Naast VW staat aan de ene kant Mercedes-Benz, onder meer met de Westfalia Marco Polo, en aan de andere kant Ford met z’n Nuggets. Later meer over de Nuggets, de Marco Polo en natuurlijk de stand van Westfalia Mobil met de nieuwe Westy’s Kepler en Jules Verne!

 Na m’n korte eerste beursindruk kon ik weer terug naar m’n eigen Westy op P1. Wat heeft zo’n Nugget toch een fijne keuken – nasi goreng is geen enkel probleem (zeker als je hem diepgevroren van huis meeneemt en alleen nog maar hoeft op te warmen, ssst).

Camper Weekend Weg: Ouddorp aan Zee

Vanaf de zeedijk bij het camperpark kun je de vuurtoren zien.

Als je een bestemming zoekt om een weekend met je Westy (of een ander soort camper natuurlijk) helemaal uit te waaien, is Ouddorp misschien wel wat voor je. Zo’n zestig kilometer ten westen van Rotterdam, en met de Maasvlakte nog in zicht, ben je toch in een heel andere wereld. Met een prachtige camperplek, bovendien. (Ook vanuit Vlaanderen is Ouddorp, via Zierikzee, trouwens prima te bereiken).

Ouddorp, op het westelijkste puntje van Goeree-Overflakkee, voelt, ruikt, klinkt en kerkt als Zeeland, maar is het niet. Je bent nog in Zuid-Holland, maar je hebt wel het idee inmiddels in een andere provincie te zijn aangeland. (Om een idee te geven hoe westelijk Ouddorp ligt: de zon gaat er alleen al twee minuten later onder dan in Rotterdam, en zeven minuten later dan in Arnhem of Eindhoven).

Onderweg door de duinen

Ouddorp heeft alles wat ook Zeeland tot zo’n heerlijke bestemming voor een korte of lange vakantie maakt: brede stranden, de meeste zonuren van Nederland, fijne fietspaden, en een knusse dorpskern waar nog een, zeg maar, traditionele levensstijl heerst.

Veel ruimte om je bus op het camperpark

Campers hadden tot voor kort in Zeeland en op Goeree weinig te zoeken. De campings waren vooral op kampeerders ingesteld die keurig reserveerden voor een week van zaterdag tot zaterdag, en dan ook nog het liefst alleen gezinnen. (Als keurige dertigers zijn een goede vriend en ik, samen kamperend in mijn Westy, nog bij een aantal campings weggestuurd). En al die campers met surf-attributen die je overdag op de Brouwersdam geparkeerd ziet staan? Die moeten om 20.00 u allemaal weg zijn, anders dreigt een boete van 90 euro per persoon…

Maar nu is er een alternatief, en wat voor een. Camping “De Klepperstee” op Ouddorp opende een paar jaar geleden een grote camperplaats aan de overkant van de Vrijheidsweg, nog dichter bij het strand dan de camping zelf. Bezoekers van het terrein checken zelf in bij een automaat die alleen voor kaartbetaling geschikt is. Daardoor is het terrein ook 24 uur per etmaal toegankelijk. Een groot voordeel als je bijvoorbeeld vrijdag na werktijd wilt vertrekken. Je kunt dan ’s avonds laat nog op de camperplek terecht.

 Er zijn 52 plaatsen en omdat de plaatsen in een lus zijn aangelegd sta je niet hutje-mutje op elkaar. Voor een camperplek is het terrein uitstekend aangekleed: er is een speeltuin, er zijn douches en toiletten, en er is ook een hondentoilet. Mochten de plaatsen allemaal bezet zijn dan kun je alsnog uitwijken naar camping de Klepperstee.

Het strand van Ouddorp heeft zones voor verschillende activiteiten

Er is veel te doen op de Kop van Goeree, zoals het hier wordt genoemd. Je kunt surfen vanaf de Brouwersdam, maar ook het strand van Ouddorp is enorm langgerekt. Het is opgedeeld in segmenten waar gekitesurfd, gevliegerd, en gezwommen kan worden. (Ons beviel om te zwemmen het strand bij de vuurtoren op het Westeind het beste, zo’n 4 km fietsen vanaf de camperplek).

Op de sluis van Goedereede

Een leuk uitstapje, ook weer goed op de fiets te doen, is het dorpje Goedereede, waar het eiland Goeree zijn naam aan ontleent. Goedereede was ooit een beduidende stad met een bedrijvige haven, maar de welvaart droogde, net als ook in Brugge gebeurde, op toen de toegang naar zee verzandde. Toen een tegenvaller, maar het levert wel een ‘bevroren’ stadsgezicht op – er was eenvoudigweg geen geld meer voor modernisering. Nu plukken we er de vruchten van, want het plaatsje is echt heel mooi bewaard gebleven. Op vrijdag is er markt, en bij de sluis kun je lekker lunchen bij ’t Sas of De Gouden Leeuw.

De platte kerktoren van Goedereede

Je kunt de markante vierkante kerktoren van Goedereede ook beklimmen. De toren deed tot 1911 ook als vuurtoren dienst, en er is er een leuk vuurtorenmuseum gevestigd. En een oorverdovend carillon – als je er tenminste vlak naast gaat staan!

Een prima bestemming voor een weekendje met je Westfalia: boodschappen kun je op de camping doen, en verder is alles prima met de fiets te bereiken – de bus kan dus lekker op de camperplek blijven staan. Wie heeft er nog meer tips voor Westy-weekends in Nederland of Vlaanderen?

Adres:

Drive-In Camperpark

Vrijheidsweg 1,

3253 LS Ouddorp

+31 (0) 187 681511

driveincamperpark.com

info@klepperstee.com

Camper Weekje Weg: Zwitserland

Ik ga voor een korte trip graag naar de Duitse middelgebergten, maar niets haalt het bij de échte Alpen. Morteratsch-gletsjer bij Pontresina.
Voor een korte trip ga ik graag naar de Duitse middelgebergten, maar niets haalt het bij de échte Alpen. Morteratsch-gletsjer bij Pontresina.

Deze keer nemen we je mee op een sportieve vakantie naar een niet veel door Nederlanders en Vlamingen bezocht stuk van de Alpen: het kanton Graubünden in het zuidoosten van Zwitserland. De meeste mensen zullen wel van de miljonairsoorden Davos en Sankt Moritz gehoord hebben, maar er zijn ook genoeg plekken die minder mondain zijn en waar je als sportieve (bus-)kampeerder veel gelijkgezinden tegenkomt (vooral veel Zwitsers, zoals gezegd nauwelijks toeristen uit de lage landen).

De afstand (965 km van Utrecht naar Pontresina) is voor sommigen misschien wat pittig, maar het zijn goed berijdbare wegen en het is (zeker zonder kinderen en met twee chauffeurs) best in één dag te doen. Dan houd je van een vakantieweek van negen dagen zeven dagen ter plekke over. Verder is het voordeel van een weekje Zwitserland dat de (ook vanwege de ongunstige koers van de frank) erg hoge prijzen er nèt iets minder hard inhakken dan bij een volledige zomervakantie. Je neemt een volle koelkast mee, en je zou halverwege de week een uitstapje naar een supermarkt in Italië kunnen inlassen – de kwaliteit en keus zijn er beter, en de prijzen natuurlijk veel lager.

Stellplätze zoals in Duitsland heb je in Zwitserland niet veel, maar er zijn fijne campings, die overigens niet heel erg luxe qua voorzieningen zijn. Het sanitair is prima maar een zwembad is er bijvoorbeeld meestal niet.

De design-afwaskeuken van camping Morteratsch
De design-afwaskeuken van camping Morteratsch

Graubünden staat bekend als het “kanton van de honderdvijftig dalen”. Dat zou wel eens kunnen kloppen. In ieder geval moet er, om van het ene dal naar het andere te komen, flink passen gereden worden. Maar daar draait de gemiddelde Westy- of Californiabezitter z’n hand niet voor om, toch? Met zo’n smalle bus met korte wielbasis zijn die haarspeldbochten trouwens een peulenschil.

Camping Morteratsch in Pontresina

In het dal op weg naar de Berninapas ligt, met zicht op de Morteratsch-gletsjer, Camping Morteratsch. Grote kans dat u de naam “Bernina” kent van de Bernina-Express, een glamoureuze smalspoortreinverbinding van Zermatt (aan de voet van de Matterhorn, helemaal in Wallis), naar Treviso in Italië. Die treinverbinding behoort zelfs tot het UNESCO-Werelderfgoed! De trein stopt op het stationnetje Morteratsch, op 1 km lopen van de camping, en dat biedt allerlei mogelijkheden voor uitstapjes. Ook een aanrader: de wandeling naar de gletsjertong van Morteratsch.

De wandeling naar de gletsjer is prachtig
De wandeling naar de gletsjer is prachtig

Lang het licht glooiende, brede pad kom je ook met mountainbike of hybridefiets goed vooruit. Onderweg staan verklarende tekstborden met jaartallen en mooie historische foto’s. Kinderen krijgen op de camping een soort stempelkaart waarmee ze worden aangespoord de hele wandeling te lopen. De jaartallen op de infoborden geven aan hoe ver de gletsjer toen kwam, en zo kun je de klimaatverandering als het ware aan den lijve ondervinden.

De Bernina-Express van de Rhätische Bahn

De échte Bernina-Express (een trein die zowat even legendarisch is als de Orient-Express) komt wel langs Morteratsch, maar stopt er niet. Gelukkig zijn er ook stoptreinen over hetzelfde traject. Een mooie tocht is om de trein te nemen naar het station bovenop de Bernina-pashoogte (Bernina-Hospiz), en dan één of twee stations verder te wandelen, min of meer langs het spoor.

De wandeling van station Bernina-Hospiz naar Alp Grüm
De wandeling van station Bernina-Hospiz naar Alp Grüm

Met de trein rijd je dan weer lekker terug naar het station bij de camping. Ideaal natuurlijk voor camperbezitters, want al zijn we super-mobiel, het is nóg prettiger als we de boel voor een uitstapje niet hoeven in te klappen! De camping in Morteratsch heeft bovendien een prima kampwinkel (niet duurder dan de rest van Zwitserland), dus ook daarvoor hoef je de motor niet te starten.

Een heel ander dal: het Val Müstair

Een uur of twee rijden van Pontresina ligt het Val Müstair. Om hier te komen rij je over de Ofenpass, en door het Zwitsers Nationaal Park.

In het Zwitsers Nationaal Park kun je prachtige dagtochten maken.

Het land heeft er maar één nationaal park, daarom heeft het verder geen andere naam. Het park is ruim 100 jaar geleden vooral opgericht om in een groot stuk dunbevolkt Zwitserland een reservaat te creëren voor flora en fauna – niet omdat het landschap er mooier of bijzonderder is dan in de rest van de Zwitserse Alpen. Het Val Müstair is een dal zonder spoorlijn, en het riviertje, de Rom, volgt volledig zijn natuurlijke loop, zonder dammen, kanalisatie of andere ingrepen. Hier geen gletsjers, vierduizenders, downhill-mountainbike-trajecten of spectaculaire kabelbanen, maar rust, ruimte, en veel prachtige wandelingen. De begin- en eindpunten zijn meestal met de postbus te bereiken, zodat ook hier de Westy op de camping kan blijven staan.

Met de postbus kom je overal. Veel wandelingen lopen van bushalte naar bushalte.

Aan het eind van het dal, net voor de Italiaanse grens, ligt het bijzondere plaatsje Müstair (dat is de Rheto-Romaanse naam; in het Duits heet het Münster). Het is genoemd naar het klooster (monasterium in het Latijn) dat Karel de Grote er omstreeks 770 (!) heeft gesticht.

 De legende wil dat Karel, na de overwinning op de Langobarden in Noord-Italië, op de Umbrailpas in een sneeuwstorm verzeild raakte. Toen hij uiteindelijk behouden het dal beneden had bereikt, beloofde hij op die plek een klooster te stichten. De binnenkant van de kloosterkerk wordt gesierd door fresco’s uit de jaren 830, en ook het kapelletje naast de kerk blijkt nog origineel Karolingisch te zijn. Het klooster staat, net als de Bernina-Express, op de UNESCO-lijst.

9e-eeuwse fresco’s in de kloosterkerk van Müstair

De camping van Müstair, Muglin (de molen), is vrij nieuw, en heeft prima voorzieningen waaronder een mooi toiletgebouw, een sauna op de voormalige hooizolder, een leuke speeltuin en een gezellige bar. Er tegenover biedt een bio-boer llama-tochten aan, en verkoopt in z’n eigen winkeltje heel mooi biologisch vlees. Dat is een terugkerend thema in dit dal bij het Nationaal Park – een groot deel van de plaatselijke bevolking richt zich op hetzij ecologisch verantwoord toerisme, hetzij biologisch boeren. Nog een goede reden om de kampeerbus op de camping te laten staan en er per fiets of postbus op uit te gaan.

’s Zomers kom je in de hoger gelegen bergweiden geiten- en koeienkuddes tegen

En: overal waar je in het Val Müstair wandelt, word je niet alleen muzikaal begeleid door het geklingel van de bellen om de halzen van grazende koeien en geiten, maar ook door het prachtige geluid van de klokken van het oeroude klooster.

Met baby of kleine kinderen in Joker, California, of Nugget

De matrasverlenging achter de bank in California's en Jokers is een heerlijke
De matrasverlenging achter de bank in California’s en Jokers is een heerlijke “box” voor kleintjes

Een kleine camper als dagelijks vervoer is met kleintjes enorm praktisch. Je kunt je terugtrekken om borstvoeding te geven of te kolven. Je hebt een koelkast voor gekolfde melk, en op het kooktoestel kun je babypotjes opwarmen. De grote boordaccu is sterk genoeg om elektrische flesopwarmers te laten werken. Je hebt plek om je kind te verschonen, en als ze iets groter zijn en zindelijk worden een porta-potti voor onderweg. Bovendien is er meer dan genoeg ruimte voor kinderwagen, reiswieg, rugdrager en campingbedje. En wie gewend is z’n kind in een bus in z’n kinderzitje te gespen snapt niet hoe andere mensen dat met verdraaide rug door het zijportier voor elkaar krijgen.

Zelfs rond de geboorte van je kindje blijkt een California superhandig! Het is de perfecte opvangplek voor vaders die tijdens een langdurige geboorte even een dutje willen doen op het parkeerterrein van het ziekenhuis, zoals het Engelse CAR Magazine bij een duurtest van de T5 California ontdekte.

Maar ook kamperen gaat met zo’n kleintje heel best (als je tenminste ook zonder baby van kamperen houdt, zie Wilt u echt een Westy?). Maar er zijn wel wat dingen waar je rekening mee moet houden.


Slapen (en spelen)

Het fijne van de indeling van alle Jokers, California’s, Nuggets en Marco Polo’s is dat kinderen al naar hun eigen (boven-)bed kunnen terwijl de ouders de zitgroep nog gebruiken. Dat spreekt bij veel grotere campers met vast bed en dinette niet voor zich!

Het kleinste Deryanbedje past dwars in het bovenbed van de Volkswagen T4 California
Het kleinste Deryanbedje past dwars in het bovenbed van de Volkswagen T4 California

De meeste busjes hebben ook een veiligheidsnet dat ervoor zorgt dat kinderen niet naar beneden kunnen vallen, maar dat net sluit meestal maar de halve hoogte van de opening af. Een ondernemende peuter zou er overheen kunnen klimmen.

Om dat tegen te gaan hadden wij onze éénjarige in onze T4 California met hefdak in een Deryan-tentje in het bovenbed gelegd. Daar kon hij niet uit, en het originele vangnet hoefde er alleen maar voor te zorgen dat het tentje niet naar beneden viel.

Nadelen waren er ook: het kostte een paar handelingen om bij je kind te komen (eerst het net loshaken, dan het tentje openritsen), en het kon in het tentje ook flink warm worden.

Ventilatie

Die warmte was iets waar we niet zo’n rekening hadden gehouden. Het voordeel van een hefdakcamper is toch de goede ventilatie? Toch ging dat bij slaapjes overdag niet op. Het wordt daarboven zeker als de bus in de zon staat knap warm (de warmte van beneden stijgt op, daarom blijft het daar juist relatief koel) En je wilt de vensters in het tentdoek ook niet te ver openritsen, want dan komt er teveel licht binnen en valt je kind niet in slaap.

We hebben het ook beneden geprobeerd, op de bedverlenging achter de zitbank. Het belangrijkste blijft natuurlijk de bus zelf goed koel te houden door in de schaduw te parkeren. Voordeel van het Deryan-tentje is dat je het ook buiten onder een boom kan zetten. Dat werkte bij onze kinderen niet, die waren veel te nieuwsgierig en bleven naar buiten koekeloeren, maar wie weet gaat het bij de jouwe beter!

Gordels, kinderzitjes en isofix

De heupgordels van de T3 Westfalia

Als je achterin driepuntsgordels hebt is er natuurlijk geen probleem. Maar de T3 Joker, California en Atlantic hebben daar alleen heupgordels. Ik had in mijn T3 een hybride oplossing: in de rijrichting rechts had ik een driepuntsgordel gemonteerd. Het bovenste bevestigingspunt zit, zowel links als rechts, al in de carrosserie gelast (ter hoogte van de D-stijl) maar zit verstopt achter de wandbekleding. Zorg bij het kopen van de gordel wel dat je de extra lange versie bestelt, anders past hij (vanwege de lange afstand van het montagepunt naar de achterbank) niet om het stoeltje heen. Voor de onderste twee bevestigingspunten kun je overigens gewoon de originele montagepunten van de heupgordel gebruiken.

Voor ons tweede kind had ik een speciaal heupgordelkinderzitje, zodat ik links op de zitbank van de T3 geen driepuntsgordel hoefde in te bouwen. Het kàn links overigens wel want het montagepunt zit er al. Het zit alleen in de kleerkast. Dat betekent dat je (met bijv. een montagekitje van Gowesty uit Amerika) de zaag in je kast moet zetten, en dat vond ik niet handig.

De Maxi-Cosi zit in de achteraf ingebouwde 3-puntsgordel, het Porschezitje past in de heupgordel.
De Maxi-Cosi zit in de achteraf ingebouwde 3-puntsgordel, het Porschezitje past in de heupgordel.

Mijn heupgordelzitje was een Porsche (Römer) Prince. Veel oudere Porschemodellen hebben namelijk heupgordels achterin en tot een paar jaar geleden verkocht Porsche daar speciale kinderzitjes voor. Die kom je op de Duitse ebay-site regelmatig tegen. Ze zijn duur maar je kunt ze na verloop van tijd ook weer voor een mooie prijs verkopen.

Uiteindelijk is de veiligste oplossing wanneer je twee kinderen in je T3 wilt vervoeren toch het inbouwen van twee driepuntsgordels.

Wat zijn kinderzitjes toch een ***dingen!

(In ieder geval bij het kamperen met een compacte camper). Waar laat je die krengen als je op de plaats van bestemming bent? In de meeste gevallen niet op hun plek, want ongetwijfeld heb je kort na aankomst iets uit de zitbank nodig en dan moeten ze eraf. Gunstige uitzondering zijn de T5 en T6 California – die hebben een uitschuiflade in de zitbank, dus hoeft de zitting niet omhooggeklapt. Maar uiteindelijk ben je ook bij die modellen uiterlijk de pineut op het moment dat je het benedenbed uit wilt klappen. Soms lukt het om de stoel in de voetenruimte bij de voorstoelen te puzzelen. Een schrale troost is dat hoe groter je kinderen worden, hoe minder ruimte hun kinderstoelen in gaan nemen. De zitverhogertjes vanaf 5 à 6 jaar nemen al bijna helemaal geen plaats meer in.

Het leuke van de Ford Transit Nugget (ook van Westfalia) is dat de achterbank drie 3-puntsgordels heeft.
Het leuke van de Ford Transit Nugget (ook van Westfalia) is dat de achterbank drie 3-puntsgordels heeft.

Maar, om eerlijk te zijn en terug te komen op die ***dingen: omdat je de groep-1-zitjes (vanaf 9 maanden tot drie jaar) ook bij stilstand kunt gebruiken, bijvoorbeeld bij het eten, vangen ze ook een hoop troep op die anders op de bekleding van je bus terecht zou komen.

Kinderstoelen en kinderwagens


Antilope

De Antilope-stoel van Ikea is ook bij het kamperen enorm handig.
De Antilope-stoel van Ikea is ook bij het kamperen enorm handig.

Wij hebben zowel op vakantie als thuis veel plezier gehad van de Antilope-stoel van Ikea – of anti-loop, zoals we hem na verloop van tijd gingen noemen. Iedereen kent hem, en elk restaurant heeft er een stapel van staan. De poten kunnen er makkelijk uit en daarom valt hij makkelijk in het ruim van een California te verstouwen. Het extra tafelblad dat je erbij kunt krijgen is juist op vakantie ook heel fijn. Het heeft een opstaande rand zodat speeltjes er niet zo makkelijk afvallen.

Kinderwagen

Onze Chicco-buggy van 80 euro - compact, stevig en verrassend handig bij het kamperen!
Onze Chicco-buggy van 80 euro – compact, stevig en verrassend handig bij het kamperen!

Hoewel we thuis een mooie buggaboo-kinderwagen hadden, hebben we die op vakantie nooit meegenomen. Hij zou wel in de bagageruimte van de California hebben gepast, maar dan was die ook meteen vol en dat is niet handig. Speciaal voor op reis hebben we bij een babywinkel een compacte, voordelige buggy gekocht (de onze was van Chicco). Die nam opgeklapt weinig ruimte in, was verbazend veelzijdig (de rugleuning kon bijvoorbeeld bijna helemaal plat zodat ons zoontje lekker kon liggen), de zonneklep was handig en er zat ook een passende regenhoes bij. Het ding heeft twee kinderen overleefd en doet het nog steeds. Het hoeft niet altijd Buggaboo of MacLaren te zijn!

Kamperen in een camper met kleintjes – het kan!

Zolang je de warmte de baas kunt blijven en niet al te groot babymeubilair meebrengt – en blijft opruimen – gaat kamperen met babies of kleintjes dus prima. Ben benieuwd naar jullie ervaringen!

De onvermijdelijke troepexplosie in onze T4 California na het ontbijt
De onvermijdelijke troepexplosie in onze T4 California na het ontbijt

Zwitserland busjesland

VW T3 Westfalia Joker

Wat zie je in Zwitserland toch ongelooflijk veel leuke kampeerbusjes. Misschien wel omdat zo’n groot stuk witgoed op een steile bergpas écht niet handig is. Of omdat een Westfaliacamper, volgens een test in het Amerikaanse Car & Driver, qua veelzijdigheid en precisie wel iets weg heeft van een Zwitsers zakmes. Hoe dan ook, iets meer dan een week kamperen bij Müstair en Pontresina heeft de volgende Westy’s, Dehlers, Reimo’s en natuurlijk California’s opgeleverd. “Van Porn” van de eerste orde.

VW T5 California Beach
VW LT28 eigenbouw
Mercedes-Benz Viano Westfalia Marco Polo
VW T5 California Comfortline Edition
VW T4 eigenbouw
Ford Transit Custom Westfalia Nugget – Westyman’s trots moet er natuurlijk ook op!
VW T5 California Comfortline Edition
Mercedes-Benz T1 Westfalia James Cook – in bocht 31 van de beroemde Stelvio-pas
VW T2 Westfalia Berlin

VW T3 Westfalia Atlantic
VW T5 California Comfortline
VW T4 Reimo
VW T3 Westfalia Joker
VW T3 Westfalia Joker
VW T3 kombi syncro
VW T4 Westfalia California Coach Generation
VW T2 Westfalia Helsinki

Vooroordelen over Hollanders en Belgen, staat u mij toe?

Klooster St. Johann in Müstair. UNESCO-werelderfgoed, gesticht door Karel de Grote in 776. .

Maandag reden we, bijna aan één stuk door, vanaf onze overnachtingsplek in Bayreuth naar het plaatsje Müstair. Dat is de meest oostelijk gelegen gemeente van Zwitserland en je komt er dan ook het makkelijkst via Oostenrijk en Italië.

Op de snelweg naar het zuiden was het grappig om te zien dat vanaf Neurenberg het Duitse cliché over Nederlandse vakantiegangers meteen werd bevestigd: daar voegden we ons in een gemoedelijke colonne caravans met gele nummerborden, die we pas bij München weer kwijtraakten. Wij gingen daar richting Garmisch-Partenkirchen, en de caravans waarschijnlijk via Rosenheim naar de Brenner, of naar het Salzburgerland.

Onze route voerde ons door Lermoos, een blijkbaar niet alleen ’s winters bij landgenoten geliefd vakantieplaatsje aan de Oostenrijkse kant van de Zugspitze. Daarna over de Fernpass, toen een stukje Inntal-Autobahn en vervolgens naar de Reschenpas, die ons naar Italië zou brengen.

Bij de afslag richting Reschenpas zagen we een ander vooroordeel bevestigd: dat van de “foefelende” Belg. Toen ik in België werkte verbaasde ik me al over de levendige handel die er onder mijn collega’s bestond in gebruikte Zwitserse en Oostenrijkse vignetten. Frauduleus natuurlijk, maar blijkbaar dacht men met een plakbandje de controleurs wel om de tuin te kunnen leiden (de vignetten zijn natuurlijk alleen geldig als ze met hun eigen kleefstrip op de voorruit geplakt worden). Nou, bij die afslag was het raak: twee Belgische auto’s aangehouden door de Asfinag, de Oostenrijkse tolgaarders. De boete blijkt minimaal 120 euro te zijn (het vignet kost voor 10 dagen maar €8,70…) maar bij misbruik (zou het plakbandje daar onder vallen?) betaal je €240.

Fresco uit de 8e (!) eeuw in de kloosterkerk van Müstair.

Nu dus aangekomen in Zwitserland, op een fijne camping met uitzicht op het werelderfgoed-klooster van Müstair. Erg mooie plek en om nog maar eens wat vooroordelen te bevestigen: hier zijn dus, op één ander gezin na, geen Nederlanders (ook geen Belgen, trouwens). Is het omdat Zwitserland duurder is dan Oostenrijk? Of omdat Nederlandse kampeerders niet aan cultuur doen? (In Frankrijk schijnen Nederlanders niet eens in de top tien van museumbezoekers voor te komen, hoewel ze verreweg de grootse groep buitenlandse toeristen vormen!).

De eerlijkheid gebiedt me trouwens wel om te melden dat later die week er nog een Nederlandse camper binnendruppelde, en ook een Belgische!

Wat vinden jullie van mijn vooroordelen? Overdreven?

Twee nieuwe Westy’s, de Volkswagen Kepler en Mercedes Jules Verne

VW Westfalia Kepler - nieuwe hefdakcamper met grote zitgroep. Foto: Westfalia
VW Westfalia Kepler – nieuwe hefdakcamper met grote zitgroep. Foto: Westfalia

Westfalia maakte deze week bekend dat het op de Caravansalon in Düsseldorf, eind augustus/begin september, twee nieuwe compacte hefdakcampers presenteert: de Jules Verne (op Mercedes Vito) en de Kepler (op Volkswagen T6). Beide bussen lijken op de foto’s op de lange wielbasis te staan.

De indeling van beide bussen lijkt erg op de Club Joker City (ook VW, met vast toilet achterin), maar met meer ruimte voor de zitgroep. Dat betekent misschien ook dat er beneden een bed voor 2 personen gemaakt kan worden. Dat zou de bussen ook voor gezinnen interessant maken.

Zitgroep van de Mercedes Westfalia Jules Verne. Foto: Westfalia
Zitgroep van de Mercedes Westfalia Jules Verne. Foto: Westfalia

Wat de naamgevers betreft is het interessant dat Westfalia van de ontdekkingsreizigers (Marco Polo, Sven Hedin, James Cook) op schrijvers en astronomen is overgeschakeld. Er was overigens al in 2011 een Mercedes Jules Verne van Westfalia, een jubileummodel vanwege de zestigste verjaardag van de eerste Westfalia-kampeerbus (maar dat was natuurlijk een VW…)

UPDATE: inmiddels is de Caravansalon geopend en is er meer nieuws over de twee nieuwe modellen. Ze worden in Frankrijk gebouwd bij Rapido, het moederbedrijf van Westfalia en het voordeel daarvan voor de klant is dat de modellen voor een redelijke prijs (nou ja, voor buscampers op Volkswagen en Mercedes-Benz dan…) geleverd kunnen worden. De vanafprijs voor de Kepler ligt in Duitsland op 49.500 euro. (Catalogus en prijslijst kun je hier downloaden).

Sanitairruimte achterin de VW Westfalia Kepler (foto: Westfalia)
Sanitairruimte achterin de VW Westfalia Kepler (foto: Westfalia)

De campers zijn voorzien van een 10-liter warmwaterboiler op gas, en een Webasto-heteluchstandkachel op diesel. Dat onderscheidt ze van de duurdere Club Jokers – die hebben een warmwaterverwarming en boiler op diesel. Er zit achterin de Kepler en de Jules Verne een vast cassettetoilet, en een douchebak. Of er ook werkelijk te douchen valt is natuurlijk maar de vraag – aan de ene kant is de ruimte erg beperkt en op de foto’s is ook geen douchegordijn te zien. Aan de andere kant zijn de watertanks (50 l vers, 36 l afval) ook niet erg ruim bemeten.

Bovendien is de gasvoorraad van de Kepler en Jules Verne één beroemde Campingaz-fles van 2,75 kg. Dat is een prima oplossing in Nuggets, California’s en dergelijke, want daarin dient die fles alleen voor het kooktoestel en gaat hij makkelijk een jaar mee. Maar als er ook een warmwaterboiler op moet werken is de pret waarschijnlijk wel eerder voorbij. De oplossing is dan natuurlijk om ergens (er schijnt veel bergruimte in de zitgroep te zijn) een tweede gasfles te verstoppen.

Zithoek van de Volkswagen Kepler. Een ruime L-vormige bank, hier voorzien van Westfalia's sfeerlichtpakket. Foto: Westfalia
Zithoek van de Volkswagen Kepler. Een ruime L-vormige bank, hier voorzien van Westfalia’s sfeerlichtpakket. Foto: Westfalia

In de catalogus staan ook de beddenmaten: voor de Kepler ongeveer 1,90 bij 1,20, zowel boven als beneden. Dat valt helemaal niet tegen!

Samengevat begin ik steeds nieuwsgieriger naar deze nieuwe Westfaliacampers te worden. Door het grote benedenbed zijn ze in ieder geval theoretisch bruikbaar voor een gezin. De prijzen zijn ongeveer vergelijkbaar met de California, maar dan heb je wel wat meer ruimte en een was- en plasgelegenheid aan boord. Eigenlijk is dit een model dat het ook heel goed met een vast hoog dak zou doen – dat zou een goede opvolger voor de aloude California Exclusive zijn.

http://www.westfalia-mobil.net/news/2015_kepler_schnapp.php